In 2017 leverden reguliere kip, langzamer groeiende vleeskuikens en biologische kip hetzelfde inkomen voor de pluimveehouder. Toch is de opbrengstprijs voor langzamer groeiende en biologische vleeskuikens hoger dan voor reguliere kip.
Kostprijs
Het gelijke inkomen heeft te maken met de kostprijs: reguliere kip heeft de laagste kostprijs en dat neemt dat toe bij de langzaam groeiende en biologische vleeskippen. De hogere opbrengstprijzen compenseren dan de extra kosten op het pluimveebedrijf.
De Nederlandse markt verkoopt pluimveevlees van diverse concepten op basis van langzamer groeiende vleeskuikens. Voorbeelden in de supermarkt zijn de ‘Kip van Morgen’ (KVM) en het Beter Leven keurmerk met 1 ster (BLK1) van de Dierenbescherming. Deze concepten vormen een tussensegment tussen de reguliere kip en de biologische kip.
Nieuwe houderijsystemen
Dierenwelzijn krijgt veel aandacht in Nederland. In het geval van vleeskuikens zijn met name de bezettingsdichtheid in de stal en de groeisnelheid van de kuikens onderwerp van discussie. Om tegemoet te komen aan de maatschappelijke eisen voor een hoger dierenwelzijn zijn er nieuwe houderijsystemen ontwikkeld.
In een studie van het Greenwell-project wordt de ‘Kip van Morgen’ (KVM) en de kip gehouden volgens het Beter Leven keurmerk met 1 ster (BLK1) vergeleken met reguliere en biologische kip. De kostprijs op het pluimveebedrijf neemt voor KVM, BLK1 en biologisch toe met 20, 44 en 193% ten opzichte van de reguliere kip. Per kg borstfilet is de toename respectievelijk 38, 78 en 402%. Deze toename is groter dan de toename van de kostprijs op het pluimveebedrijf omdat bij langzamer groeiende dieren het slachtrendement en filetrendement lager zijn dan bij de reguliere kip.
Greenwell project
Ook vergeleken onderzoekers de economische aspecten van vier vleeskuikenproductiesystemen (regulier, KVM, BLK1 en biologisch). Binnen Greenwell ontwikkelen wetenschappers een model om de effecten van vleeskuikenproductiesystemen op duurzaamheid (milieu, dierenwelzijn en economie) in te kunnen schatten. Dat gebeurt door Wageningen Livestock Research en Wageningen Economic Research.
Het project wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vier bedrijven actief in de vleeskuikenketen, binnen het raamwerk van de private-publieke samenwerking van Topsector Agri & Food.
Bron: WUR