Hoewel de kip van oorsprong uit tropische gebieden komt, kunnen hoge temperaturen in de zomer soms negatieve effecten hebben op vleeskuikens. Deze problemen treden meestal op vanaf een leeftijd boven de twintig dagen (bij zowel reguliere als langzaam groeiende kuikens) en bij staltemperaturen die oplopen naar 27 graden of hoger. Bij een hoge luchtvochtigheid zal het hittestress-effect nog sterker zijn. Kuikens kunnen dan moeilijker hun warmte kwijt, waardoor er hittestress ontstaat.
Kippen kunnen niet zweten, in plaats daarvan zullen ze beginnen te hijgen. Dit resulteert in een verhoging van de bloed-pH, dehydratie elektrolyten en een verschuiving van de elektrolytbalans in het bloed. Zelfs kleine veranderingen in de bloed-pH en de elektrolytenbalans kunnen dramatische gevolgen hebben voor de kippen en hun toekomstige prestaties en kan zelfs leiden tot sterfte. Gerwin Bouwhuis is als pluimveedierenarts verbonden aan de Gezondheidscentrum voor Pluimvee (GvP) in Emmen. Volgens hem moeten pluimveehouders de gehele zomer zeer alert zijn op de hittestress: “Door te kijken naar het gedrag en de ademhalingsfrequentie kan hittestress in een vroeg stadium herkend worden. Ook gaan de snavels open en zetten de dieren de veren op om warmte kwijt te raken. Daarnaast zullen ze minder in groepen gaan liggen, omdat dat te warm is.”
Ademhalingsfrequentie
Het omhooggaan van de ademhalingsfrequentie zorgt al direct voor pH-problemen bij de vleeskuikens. “Er wordt meer CO2 uitgestoten als de ademhalingsfrequentie hoog ligt, dat betekent dat er minder CO2 in de bloedbaan beschikbaar komt, hierdoor gaat de bloed-pH stijgen. Dat kan aangevuld worden met gebufferde zuren, zodat het tekort aan CO2 direct gecompenseerd wordt. Als GvP adviseren wij om bij kuikens die hittestress krijgen Thermofit (voorheen bekend onder de naam AHS-mix, red.) toe te voegen aan het drinkwater. Dit middel bevat vitamine C om stress te bestrijden, magnesium om de werking van de hartspier te ondersteunen, elektrolyten verschuiving in de elektrolytbalans te voorkomen en bicarbonaat om de pH van het bloed te bufferen. Maar het kan hittestress niet voorkomen. Enkel de effecten ervan opheffen.”
Lichtintensiteit
Eén van de belangrijkste aspecten bij hittestress is de voeropname. Een hoge voeropname verhoogt de lichaamstemperatuur en dat is bij hittestress ongewenst. Bouwhuis: “Dit kan voor een deel voorkomen worden door met de lichtintensiteit te spelen. Hierdoor daalt de voeropname overdag, waardoor ze minder endogene warmteproductie hebben waarmee ze zichzelf opwarmen. Dit kan gecompenseerd worden door een hogere voeropname in de nacht. Dit is wel wat lastiger als er sprake is van een vrije-uitloop.
Lever- en darmstoornissen
Bouwhuis benadrukt dat er bij de problemen die hittestress oplevert onderscheid gemaakt dient te worden tussen stofwisseling- en verteringsstoornissen: “Verteringsstoornissen vinden plaats in de darm, stofwisseling is meer op leverniveau. Verteringsstoornissen treden op als het dier meer gaat drinken als gevolg van vochtverdamping. In een warm en vochtig stalklimaat gaat de ademhaling omhoog en dat moet gecompenseerd worden met extra wateropname. Verder drinken de dieren meer om het lichaam te koelen. En dat veroorzaakt soms dunne mest.”
Er wordt weleens gezegd dat de goed bevederde rassen, zoals Cobb en de langzaam groeiende rassen meer last zouden hebben van hittestress. Bouwhuis: “Het is vooral afhankelijk in de voeropname. Een koppel Ross-kuikens die heel veel eten, heeft ook te maken met hittestress. Cobb zit ook in warme landen, dus in de praktijk komt hittestress niet of nauwelijks naar voren als een ras-afhankelijk probleem.”
“Hittestress kan zorgen voor vijf tot tien punten verlies in de voederconversie”
Hittestress heeft een duidelijke invloed op de technische resultaten. Bouwhuis drukt de vleeskuikenbedrijven dan ook op het hart om niet lichtzinnig met deze problematiek om te gaan: “Kuikens die hijgen die gebruiken energie en daarmee voeding om zichzelf te koelen. Dat is verloren energie en dat gaat ten koste van de groei. In bepaalde gevallen scheelt dat vijf tot tien punten in de voederconversie. Als het kort warm is dan vallen de effecten mee, maar als het langer warm blijft dan worden de problemen groter.”
Duidelijke vooruitgang op stalniveau
De problemen zijn vaak het grootst bij pluimveebedrijven die de vleeskuikens als tweede of derde tak aan hun onderneming hebben toegevoegd, maar over het algemeen zijn de bedrijven in Nederland steeds beter voorbereid op de hittestressproblematiek: “Er zijn in de afgelopen tien jaar best veel nieuwe stallen bijgekomen en die zijn grotendeels aangepast om hittestress in de stal te voorkomen. De ventilatiecapaciteit per kilogram lichaamsgewicht is duidelijk omhoog gegaan, de ontwikkeling en positie van de kleppen is vooruitgegaan, er wordt beter omgegaan met onderdruk en er zijn vernevelingsinstallaties aangebracht. De kwaliteit van de stal is een stuk beter geworden, maar daarmee is het probleem niet helemaal verdwenen natuurlijk. Van nu tot aan het najaar is het zaak continu te blijven monitoren in de stal. Bewegen ze minder en hebben de dieren de snavels vaker open door een hoge ademhalingsfrequentie, dan zou er zomaar sprake kunnen zijn van hittestress. En dat is schadelijk voor het dierenwelzijn en de portemonnee.”