De recente gebeurtenissen in de wereld zet de positieve productie-ontwikkeling van biologische kippen in de spotlights. Voorbeelden hier van zijn de IPPE in Amerika, de vergadering WPSA in Frankrijk, pluimvee focus in Azië, de LIV Venray tentoonstelling in Nederland en zelfs een recent artikel in het ‘Wall Street’ journaal van de Verenigde Staten.
De achtergrond voor de productie van de biologische kippen heeft verschillende redenen, die af hangen van het land of de betrokken regio waar het vandaan komt. In de loop der jaren is er continue verbetering van de technische resultaten van conventionele vleeskuikens bereikt door genetische selectie ondersteund door goede voeding- en verzorgingstechnieken. Dit heeft er voor gezorgd dat er een leeftijdskloof tussen conventionele vleeskuikens (35-42 dagen) en langzamer groeiende kippen (56 dagen of meer) is ontstaan. Dit verschil laat ruimte om nieuwe biologische kippen hier tussen in te positioneren.
Vandaag de dag leven we in een wereld die simpelweg niet alleen wordt gedreven door geschiedenis van landbouw of culinaire traditie. Sociale netwerken, NGO’s, dierenwelzijn organisaties, de toegenomen vraag naar producten van goede kwaliteit, dierlijke en menselijke gezondheid zijn van grote invloed op onze eetgewoonten. Vooral in goed ontwikkelde landen.
Noodzakelijke verandering
De vleeskuikenindustrie moet zich aanpassen aan al deze veranderingen. Europa kan zich niet voordoen om de gehele wereld te voeden en moet met een innovatief antwoord komen om aan de lokale vraag in de wereld te voldoen, namelijk door het assortiment te verbreden. Wetende dat, door de inspanning van de gehele industrie de productie van de conventionele vleeskuikens van kwaliteit de basis blijft. Desalniettemin, zitten we in een nieuw tijdperk van de kip? ‘De kip van morgen’ uit Nederland is een goed voorbeeld van deze verandering.
Nederland als voorbeeld
Hoewel het voor veel Europeaanse landen nog nieuw is, vertegenwoordigt Frankrijk al 35% van de markt als het gaat om trager groeiende kippen. Wanneer we nog recenter kijken, is een snelle verandering zichtbaar in Nederland, een land dat altijd al werd beschouwd als een traditioneel land van de kippenmarkt. In een tijdsbestek van slechts een paar jaar hebben Nederlandse retailers hun aanbod 100% gangbare vleeskuikens omgezet tot nu toe bijna 100% langzamer groeiende kippen. De eerste stap werd gemaakt op kleinere schaal in 2007, toen de Nederlandse dierenbescherming hun eigen label ‘Beter Leven’ creëerden. Met behulp van het 3-sterrensysteem is de consument geïnformeerd over de productsystemen die zijn gebruikt. 1 ster betekent dat de kippen voor ten minste 56 dagen worden geteeld bij een lagere bezettingsdichtheid van 25kg/m2. Het maximaal aantal sterren geeft aan dat het productiesysteem compleet biologisch is geweest.
De kip van morgen
De tweede en de grootste verandering werd gemaakt in 2013, waar alle Nederlandse retailers besloten te gaan werken aan een nieuw concept, ‘de kip van morgen’, welke is gepositioneerd tussen het ‘Beter leven’ kippen en de conventionele vleeskuikens. ‘De kip van morgen’ zorgt voor een maximale gemiddelde dagelijks groei van 50g/d met tragere groeiende kippen van ongeveer 49 dagen bij een gewicht van 2.400g. De bezettingsdichtheid is tussen de 30 en 38kg/m2 afhankelijk van de supermarktketens. De aanleiding van de Nederlandse retailers is de toegenomen druk van de NGO’s op het welzijn van de dieren. Sinds 2016 bieden Nederlandse retailers de consumenten alleen nog maar kip via het concept van de ‘kip van morgen’ en ‘Beter leven’.
De consument betaalt
Veranderingen in de marktvraag van onze moderne samenleving, gedreven door NGO’s en consumenten, dwingen de gehele kuikenindustrie zich aan te passen en te innoveren. Maar deze innovaties kosten ook geld, wat wordt betaald door de consument. Een evaluatie van de productiekosten van ‘De kip van morgen’ in vergelijking met conventionele vleeskuikens toonde een prijsstijging aan van ongeveer €1.00- €1.50 per kg borstvlees. Als Nederland het voorbeeld is over hoe snel veranderingen kunnen plaats vinden op basis van de marktvraag, kunnen andere goed ontwikkelde landen in de wereld dit opvolgen door te handelen op soortgelijke wijze. Niet alleen als gevolg van dierenwelzijn, maar ook in kwaliteit, smaak en menselijke gezondheid.
Bron: Hubbard