De Nederlandse pluimveesector zet zich in voor veilig voedsel. Daarom neemt u als pluimveehouder monsters voor de verplichte monitoring op zoönotische Salmonella, of u laat deze nemen door bijvoorbeeld uw dierenarts. De monstertypes overschoenen of inlegvellen zullen ongetwijfeld bij u bekend zijn. Maar wist u dat houders van (groot)ouderdieren of (opfok)leghennen in sommige gevallen ook gebruik mogen, of zelfs moeten, maken van bevochtigde veegdoekjes?
(Groot)ouderdierbedrijven
In plaats van de gebruikelijke vijf paar overschoenen mag u (minstens) één paar overschoenen samenvoegen met een aanvullend stofmonster. Het stofmonster neemt u met behulp van één of meer bevochtigde veegdoekjes met een totaal oppervlak van tenminste 900 cm2. De veegdoekjes kunnen worden bevochtigd met bijv. 0,8 % keukenzout + 0,1 % pepton in steriel gedeïoniseerd water, steriel water of een andere door de NVWA goedgekeurde vloeistof. Het stofmonster neemt u op verschillende plaatsen in de stal waar zichtbaar stof aanwezig is. Beide zijden van de veegdoek(jes) moeten goed met stof bedekt zijn.
(Groot)ouderdierbedrijven en (opfok)legbedrijven
Heeft u een kooisysteem, maar hoopt er op de mestbanden niet genoeg mest op om een mestmonster te nemen? In dat geval moet u met behulp van vier of meer bevochtigde veegdoekjes een zo groot mogelijk oppervlak van de afvoerzijde van uw toegankelijke mestbanden bemonsteren. Doe dit nadat de mestbanden in werking zijn gesteld en zorg dat de veegdoekjes aan beide zijden bedekt zijn met mest. De veegdoekjes moeten een oppervlak hebben van ten minste 900 cm2 per doekje en u kunt de veegdoekjes bevochtigen met bijv. 0,8 % keukenzout + 0,1 % pepton in steriel gedeïoniseerd water, steriel water of een andere door de NVWA goedgekeurde vloeistof.
Heeft u een volièrestal met meerdere niveaus of een scharrelstal waar het grootste deel van de mest door mestbanden wordt verwijderd? In dat geval moet u één paar overschoentjes nemen door rond te lopen door staldelen met strooisel en bemonstert u alle toegankelijke mestbanden met ten minste twee bevochtigde veegdoekjes zoals hierboven beschreven voor kooisystemen.
Gaat u gebruik maken van veegdoekjes voor uw monstername, was uw handen dan goed en draag steriele handschoentjes. Vergeet u niet om de juiste gegevens aan te leveren bij uw laboratorium? Hiervoor kunt u gebruik maken van het voorbeeld inzendformulier onderaan deze pagina.
Let op
Wet- en regelgeving op nationaal en Europees niveau is altijd leidend. Zie Verordening (EU) Nr. 517/2011 (leghennen) en Verordening (EU) Nr. 200/2010 (vermeerderingsdieren) voor de Europese monitoringsvoorschriften.
Bron: AVINED