Nederland exporteerde in 2020 voor 8,8 miljard euro aan vlees en was daarmee de grootste exporteur van vlees in de EU. 60 procent van de totale Nederlandse verdiensten aan vleesafzet wordt verdiend met vleesexport en 40 procent met binnenlandse vleesafzet. Dat meldt het CBS in de nieuwste editie van de Internationaliseringsmonitor.
Na Nederland zijn Spanje, Duitsland, Polen en Denemarken de grootste exporteurs van vlees in de EU. Nederland is daarbij de grootste exporteur van rund- en kalfsvlees, de tweede exporteur van pluimveevlees (na Polen) en de vierde exporteur van varkensvlees (na Spanje, Duitsland en Denemarken). De belangrijkste bestemmingen van de Nederlandse vleesexport zijn dan Duitsland (vooral kalfs- en rundvlees), Verenigd Koninkrijk (vooral pluimveevlees) en China (voor het overgrote deel varkensvlees).
Totale vleesexport van Nederland
Van de totale vleesexport van 8,8 miljard euro is 85 procent export van in Nederland geproduceerd of verwerkt vlees en 15 procent wederuitvoer of doorvoer. Ook in exportgewicht is Nederland de grootste exporteur. In 2020 werd 3,6 miljard kilogram vlees geëxporteerd. Nederland is al decennia een grote vleesexporteur. Zo was Nederland al in 2000 de grootste exporteur van de EU, met een export van 2,4 miljard kilogram vlees. Dat heeft toen 5 miljard euro opgeleverd.
60 procent Nederlandse vleesverdiensten uit export
De productie van en handel in vlees levert toegevoegde waarde op voor de Nederlandse economie. In 2019 verdiende de Nederlandse economie 8,7 miljard euro aan de totale afzet van vlees; waarvan 5,2 miljard euro aan export en 3,5 miljard euro ook aan binnenlandse afzet. De totale Nederlandse vleesketen is met 8,7 miljard euro goed voor 1,1 procent van het Nederlandse bbp en 1,3 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland. Dat is omgerekend goed voor 98 duizend voltijdbanen.
Sinds 2015 is Nederland meer gaan verdienen aan de productie van, en handel in vlees. In 2015 ging het om 7 miljard euro (1,0 procent van het bbp). Het aandeel van de export in de totale verdiensten aan vlees is gestaag toegenomen van 57 procent in 2015 tot 60 procent in 2019.
Import van levende dieren en veevoedergrondstoffen nodig voor de vleesexport
Voor de Nederlandse vleesexport is import nodig, zoals levende dieren, nog te bewerken vlees of veevoedergrondstoffen. Levend pluimvee is de grootste importcategorie (240 miljoen euro in 2019, vooral uit Duitsland), gevolgd door maïs en tarwe. Maïs (grotendeels uit Oekraïne) en tarwe (met name uit Frankrijk) leveren als veevoedergrondstoffen een indirecte bijdrage aan de Nederlandse vleesexport. Andere veevoedergrondstoffen zijn ook ruwe palmolie (vooral Indonesië en Maleisië) en sojabonen (vooral Brazilië en de Verenigde Staten).
Bron: CBS