Het naleven van de regels voor dierenwelzijn bij vleeskuikens en het opvolgen van de daaraan gekoppelde administratieve verplichtingen door vleeskuikenhouders en andere pluimveehouders is een punt van zorg, aldus de NVWA.
Dat blijkt uit een overzicht van alle dierenwelzijns- en diergezondheidsinspecties die inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in 2019 hebben uitgevoerd bij verschillende pluimveebedrijven in Nederland. Om naleving van de regels door pluimveehouders te bevorderen, zet de NVWA het toezicht door middel van bedrijfsinspecties, administratieve handhaving en controles op slachthuizen de komende jaren voort.
Controles welzijn op het vleeskuikenbedrijf
Bij een aselecte steekproef waarbij 91 van de 734 vleeskuikenbedrijven in Nederland werden gecontroleerd, werden bij 38 bedrijven (42%) fysieke of administratieve overtredingen geconstateerd. Geconstateerde overtredingen waren het niet naleven van de regels voor de hoeveelheid licht in de stallen, slechte kwaliteit van het strooisel of het houden van te veel kuikens in de stallen. Daarnaast werd informatie over de slachtgewichten en de voetzoollaesies bij dieren niet goed bijgehouden door vleeskuikenhouders. Het is belangrijk dat vleeskuikenhouders deze informatie accuraat en tijdig digitaal doorgeven, omdat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de NVWA hiermee op afstand kunnen monitoren of de regels voor stalbezetting en dierenwelzijn niet worden overtreden.
Controles welzijn op het slachthuis
Voetzoollaesies zijn pijnlijke ontstekingen aan de poten van vleeskuikens die bijvoorbeeld kunnen ontstaan als het strooisel in een stal te nat is. Nat strooisel kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld onvoldoende ventilatie of lekkende waterlijnen. De voetzoollaesiesscore is een goede graadmeter voor de mate van dierenwelzijn in vleeskuikenstallen. Daarom moeten pluimveeslachthuizen van aangevoerde koppels uit stallen met de hoogste toegestane bezetting, de voetzoollaesiesscore bepalen en terugmelden aan het bedrijf waar de dieren van afkomstig zijn.
Op jaarbasis worden ruim 15.000 Nederlandse koppels kuikens geslacht in Nederlandse slachthuizen. Dierenartsen van de NVWA controleren of de op het slachthuis aangevoerde dieren niet teveel voetzoollaesies of andere verwondingen die in de stal kunnen ontstaan hebben opgelopen. Bij deze controles heeft de NVWA 301 schriftelijke waarschuwingen (kennisgevingen) en 118 bestuurlijke boetes gegeven voor afwijkingen die wijzen op slechte dierwelzijnsomstandigheden in de stal. In totaal hebben 189 verschillende vleeskuikenbedrijven in Nederland een boete of waarschuwing gehad. Dit is 26% van alle vleeskuikenbedrijven in Nederland.
Controles Identificatie en Registratie op het pluimveebedrijf
De NVWA heeft in 2019 ook 68 reguliere- en 26 herinspecties uitgevoerd om te controleren of pluimveehouders (dit zijn naast vleeskuikenhouders ook houders van bijvoorbeeld legkippen, kalkoenen en eenden) zich hielden aan de regels voor de identificatie en registratie (I&R) van hun dieren. Het is belangrijk dat veehouders de gegevens in het I&R-systeem goed bijhouden, omdat het bij het uitbreken van een besmettelijke dierziekte of bij een vervuiling in de voedselketen van cruciaal belang is dat de herkomst en de bestemming van betrokken dieren direct achterhaald kan worden. Bij de reguliere inspecties bleek slechts 15% van de bezochte bedrijven zich aan alle regels te houden. Bij herinspectie was de naleving 85%. De 3 meest gemaakte overtredingen waren: meldingen buiten de termijn van 5 werkdagen geregistreerd, onjuist staloppervlakte geregistreerd en aanvoer en/of afvoer niet gemeld. Omdat deze inspecties allemaal zijn uitgevoerd op basis van een risicoselectie, zijn de uitkomsten van deze inspecties niet representatief voor alle pluimveehouders in Nederland.
Controles monitoring Salmonella op het pluimveebedrijf
Om ziekten bij pluimvee te voorkomen en daarmee de volksgezondheid te beschermen, moeten pluimveehouders hun dieren ook regelmatig controleren op Salmonella. De NVWA heeft in 2019 77 reguliere inspecties en 9 herinspecties uitgevoerd om te controleren of pluimveehouders dit op de goede manier doen. Bij de eerste inspecties leefde 51% van de gecontroleerde pluimveehouders de regels goed na, bij herinspectie was de naleving 100%. De 3 meest gemaakte overtredingen waren: monsters te laat genomen/ingezonden, niet voldoen aan registratieplicht uitslag(en) en geen/onjuiste gegevens aanlevering monsters. Omdat deze inspecties ook op basis van risicoselectie zijn uitgevoerd, zijn deze uitkomsten niet representatief voor de hele sector.