In de pluimveevleesketen worden de regels voor dierenwelzijn en voedselveiligheid nog onvoldoende nageleefd. Dat is gebleken uit de Integrale risicoanalyse pluimveevleesketen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Alleen toezicht kan dit niet verhelpen. Ondernemers zijn primair verantwoordelijk. Om de risico's voor mensen en dieren verder te beperken is een integerale aanpak van ketenpartijen, beleidsmakers en de NVWA nodig. Daarbij pleit de NVWA voor een stevige private ketenborging en blijft gericht handhaven.
Bedrijven in de pluimveevleesketen opereren in een sterk competitieve en internationale markt. Meerdere ketenschakels tonen hierbij innovatiekracht, bijvoorbeeld door reductie van het antibioticagebruik, het terugdringen van voetzoollaesies of de aanpak van karkasverontreiniging op de slachterijen. Het huidige (kosten)efficiënte productiesysteem introduceert echter ook kwetsbaarheden, zo is uit een risicoanalyse van de NVWA gebleken.
Inspecteur-generaal NVWA Rob van Lint: “Ondanks de stappen die er in de afgelopen jaren al binnen de pluimveevleessector zijn gezet, laat deze ketenanalyse zien dat de beheersing van de risico’s voor dierenwelzijn en voedselveiligheid in een deel van de bedrijven nog te veel onder druk staat. Naleving van wet- en regelgeving bij ondernemers in meerdere ketenschakels schiet te kort of de regels worden moedwillig overtreden. Dit wordt ook in de hand gewerkt door de opzet van het productiesysteem en de manier waarop de ketenpartners zich tot elkaar verhouden. Als je alles onder elkaar zet, geeft dat toch wel een zorgelijk beeld. De geconstateerde problemen zijn niet op te lossen met alleen maar meer toezicht door de NVWA. Om de problemen in de keten echt aan te kunnen pakken is er een stevige, integrale aanpak nodig. Een aanpak van ketenpartijen, beleidsmakers en de NVWA.”
Belangrijkste risico's
Op zogenoemde ouderdierbedrijven ziet de NVWA bij controles nog te vaak dat dieren onvoldoende voer, drinkwater of zitstokken hebben. Bij vleeskuikenbedrijven zijn veel voorkomende tekortkomingen in de stallen een vorm van overbezetting of tekort aan droog strooisel. En gevolg is dat de dieren sneller last krijgen van pijnlijke zweren aan de poten (voetzoollaesies). Daardoor lopen de dieren tijdens het vangen en het transport ernstige kans op letsel op. Eenmaal bij het slachthuis vormt het niet goed bedwelmen van de dieren voor de slacht het grootste risico voor het welzijn van het pluimvee.
Op het gebied van voedselveiligheid is de aanwezigheid van de Campylobacter en Salmonella een duidelijk risico gebleken in meerdere ketenschakels. Consumenten kunnen weliswaar besmetting met deze bacteriën voorkomen door hygiënisch te werken en vlees door en door te verhitten. Maar het voorkomen van besmetting van kippenvlees blijft hoe dan ook van belang.
De NVWA ziet bij inspecties dat pluimveehouders de regels voor het gebruiken van antibiotica over het algemeen voldoende naleven. Tegelijkertijd ziet de NVWA echter wel verschillende vormen van niet toegestaan gebruik van antibiotica. De Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA (NVWA-IOD) heeft een analyse gemaakt van de afgelopen jaren van deze en andere strafrechtelijke opsporingsonderzoeken en signalen uit de pluimveevleesketen. Het betreft hier onderzoeken naar bijvoorbeeld het ‘omkatten’ van vlees en onrechtmatigheden met weegbonnen. Deze analyse geeft duidelijk het beeld weer dat het productiesysteem voor pluimveevlees kwetsbaar is.
De NVWA benadrukt de noodzaak van een goede naleving van de regels in de pluimveevleesketen. Dit wordt gedaan om de voedselveiligheid en het dierenwelzijn te kunnen waarborgen en het consumentenvertrouwen te behouden.
Handhaving en samenwerking
De NVWA roept de ketenpartijen op om hun aandeel te gaan leveren in de beheersing van de risico’s. Bijvoorbeeld via het versterken van de private ketenborging. Ondernemers blijven primair verantwoordelijk voor de veiligheid van hun producten en daarmee voor de naleving van de regels met betrekking tot het dierenwelzijn. De NVWA ziet ook een belangrijke rol voor het beleid. Bijvoorbeeld als het gaat om het vraagstuk van de normstelling voor voetzoollaesies. De NVWA is toezichthouder en zet daarom in op stevige handhaving en innovatieve handhavingsmethodes om de risicobeheersing in de keten verder te kunnen verbeteren.
Opzet risicoanalyse
In de integrale risicoanalyse zijn de risicobeoordelingen samengebracht van het onafhankelijke Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek van de NVWA (BuRO), het fraudebeeld van de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (NVWA-IOD) en de uitkomsten van de inspecties en keuringen van de NVWA.
Bron: NVWA