Door Wageningen University is een praktijkproef uitgevoerd waarbij kuikens werden gevolgd die in de stal uitkwamen met behulp van het One2Born systeem. Deze kuikens werden vergeleken met kuikens die traditioneel in de broederij uitkwamen en daarna naar dezelfde stal werden getransporteerd.
Eieren werden op dag 18 vanuit de broederij naar de stal getransporteerd, de kuikens op dag 21. In de vleeskuikenstal waren 12 identieke afdelingen gemaakt met behulp van eierbanden, waardoor iedere groep 6 keer herhaald kon worden(Foto 1).
Foto 1. Overzicht van de stal met 12 afdelingen voor One2Born en broederijkuikens
Er werd gekeken naar embryo overleving, naar de mogelijkheid dat kuikens tijdens transport uit de One2Born dozen kunnen ontsnappen, en naar de aanwezigheid van E-coli en ESBL bacteriën in broederij en op het vleeskuikenbedrijf. One2Born kuikens worden vanaf de 18e broeddag naar de stal getransporteerd waardoor de kuikens geen besmetting kunnen oplopen in de uitkomstruimte en kuikenverwerking. Daarnaast werden waarnemingen gedaan aan uitkomstmoment, kuikentemperatuur en kropvulling.
Om te bepalen of kuikens, die onvoorzien al uit zouden komen tijdens transport, zouden kunnen ontsnappen uit de One2Born dozen, werden in de stal een aantal One2Born dozen op elkaar gestapeld. De kuikens in de onderste bakken kwamen even goed uit, maar bleven allemaal (100%) in de One2Born doos zitten. Zolang de One2Born dozen gestapeld blijven kunnen er dus geen kuikens ontsnappen en op de vloer van de vrachtwagen terecht komen.
De broeduitkomsten in het One2Born systeem waren significant beter dan in de broederij. Om een duidelijk beeld te krijgen van embryo overleving werden alle niet uitgekomen eieren opengemaakt. Er werden ook schouwfouten meegeleverd in de stal (onbevruchte eieren en eieren met embryo’s die voor 18 dagen leeftijd al dood waren). Overleving kon op deze manier worden uitgedrukt als het percentage uitgekomen kuikens uit ten opzichte van de levende embryo’s tijdens overleg op 18 dagen.
Tabel 1. Broeduitkomsten en embryo overleving bij One2Born en broederijkuikens met variatie en significantieniveau.
In de stal werd iedere 4 uur bijgehouden hoeveel kuikens al uit waren gekomen en werd gevoeld aan de krop of er al voedsel items voelbaar waren. Uit deze metingen bleek dat 95% van de One2Born kuikens binnen 24 uur uitkwamen (Figuur 1).
Figuur 1. Uitkomstcurve One2Born kuikens
Temperatuurmetingen en kropvullingsmetingen gaven het belang aan van een tijdige bijsturing van met name de staltemperatuur. De broederijkuikens waren in deze proef de eerste dagen na uitkomst warmer dan de One2Born kuikens (Figuur 2). Voor de meest optimale start wordt aangeraden de kuikens rond de 40.5ºC te houden.
De One2Born kuikens lijken wel binnen 4 uur na uitkomst voedsel items op te nemen, maar dit is bij deze jonge kuikens nog niet direct voelbaar in de krop (Figuur 3). Vergeleken met de broederijkuikens ging het grootste deel van de One2Born kuikens sneller aan het voer.
Figuur 2. Kuikentemperatuur tijdens de eerste dagen in de stal
Figuur 3. Kropvulling bij One2Born kuikens en broederijkuikens.
Kuikens in het One2Born concept kwamen beter uit, ze hadden een 1,6% hogere overlevingskans, maar waren op dag 7 niet minder besmet met ESBL producerende E-coli bacteriën. Na 18 dagen broeden kon er op de broedeieren geen ESBL aangetoond worden, dus de One2Born eieren verlieten ESBL-vrij de broederij. In voorgaande proeven moesten alle eieren en kuikens eerst door een met ESBL besmette uitkomst- en kuikenverwerkingsruimte.
In tegenstelling tot vorige proeven werd er dit keer in de voorbroedruimte, de uitkomstruimte en in de kuikenverwerking geen ESBL waargenomen, en speelde in deze proef verticale besmetting waarschijnlijk een grotere rol dan kruisbesmetting in de broederij. Het volledige rapport (Embryo survival and efforts to reduce ESBL cross contamination in the hatchery using One2Born hatch baskets) komt beschikbaar via One2Born (www.one2born.com).
Bron: WUR, One2Born, Pluimveekrant Oktober, 14-01-2019