De agrariër is eigenaar van de ruwe data uit de stal en moet bepalen met wij die zijn of haar gegevens uitwisselt. Met deze overtuiging is vleeskuikenhouder Robert Nijkamp van de Windstreek uit Raalte aan de slag gegaan. “Het is voor vleeskuikenhouders nu al mogelijk om gegevens naar een database up te loaden.”
Slimme staldata
Nijkamp kreeg met een Nuffield Scholarship de kans om in meerdere landen zijn kennis over datagebruik te vergroten. Hij is daardoor gesterkt in de overtuiging, dat de gegevens uit stalcomputers meer voor de boer moet gaan werken. Met Farmersnet hoopt hij een centrale plek voor ruwe data te realiseren. Van en voor boeren. “Het is frustrerend dat wij allemaal gegevens hebben, maar daar eigenlijk weinig tot niets mee kunnen. Denk aan voer, drinkwater, klimaat. Door deze data te koppelen en slim toe te passen, kunnen wij als sector een stap maken. Simpel toch? Echter, het gaat nooit zoals je het hebben wilt. Fabrikanten gooien onderling barrières op, terwijl het toch vrij eenvoudig is om de ruwe data op onze computers te krijgen, te koppelen en daar conclusies uit te trekken.”
“Het is praktisch gezien mogelijk om naast alle getallen van klimaat, voer en water ook bijvoorbeeld een bezoekerslijst in de database te integreren. Of denk aan een behandeling van de dierenarts. We willen kijken of het mogelijk is om met een appje een stalbezoek of enting in te vliegen. Je verbindt zaken met elkaar. Als je dit met vijftig boeren doet, dan kun je bijvoorbeeld zien wat de invloed van voer en water op een enting is. Met alle data heb je zoveel parameters waarmee je als individuele pluimveehouder en als groep vooruitgang kunt boeken.”
Centrale staldata
Data kan volgens Nijkamp van toegevoegde waarde zijn om een product in een concept beter te vermarkten. “Het is een kans om een bedrijfsproces inzichtelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan kwaliteitseisen.” Ook geeft de ruwe data de mogelijkheid om inzicht in benchmarking te geven. “Veel cijfers gaan nu naar clubs, die er geld mee willen verdienen. Dat is toch gek, omdat het onze gegevens zijn, maar wij er amper wat mee kunnen.”
Het voorspellen van koppelverloop en het vooraf bijsturen, is slechts één van de zaken waar Nijkamp kansen ziet. “Met één platform voor data-uitwisseling, scheelt dat ons veel werk. Als alle houders van leghennen of vleeskuikens op een centrale plek data zetten, kan dat ook de basis zijn voor een gezamenlijke aanpak van datavraagstukken. Zo kun je er bijvoorbeeld software aan koppelen als voorspellende waarde van data-analyse.”
Volgens Nijkamp is het voor vleeskuikenhouders al mogelijk om via Farmersnet gegevens op een centrale database op te loaden. Voor de individuele pluimveehouder moet een soort dashboard worden gerealiseerd, waarop die eenvoudig ziet wat de activiteiten in stal zijn. De computer trekt op basis van alle gegevens, die bij al zijn collega’s zijn vergaard, een conclusie. Er volgt een attentie en meteen een oplossingsrichting waarmee het probleem kan worden opgelost.
Farmersnet
Farmersnet is bezig met verschillende werkgroepen per dier- en plantgroepen om uiteindelijk de gewenste database te maken en onderling te bepalen welke kerngetallen belangrijk zijn. “Daarbij kijken we ook zeker naar welke initiatieven er nog meer zijn. De wereld is te klein en onze tijd te kostbaar om het wiel opnieuw uit te vinden. Belangrijk is wel dat er geen data wordt afgetapt. Dat moet geborgd zijn.” Nijkamp hoopt ook dat meer ondernemers aansluiten. “De kritische massa is belangrijk. De data moet uiteindelijk voor ons gaan werken. Ongewild data sturen heeft de boeren kopschuw gemaakt. Wij bepalen echter wat er met onze gegevens gebeurt.”
Tekst: Martin de Vries
Foto: Femke Teussink