Afgelopen week werd in Assen door Alfa Accountants en Rabobank Noord-Nederland een tweetal kennisbijeenkomsten gehouden over de toekomst van de pluimveesector. De eerste avond was toegespitst op de legsector, de tweede avond ging men dieper in op de mogelijkheden voor de vleeskuikensector. Op beide avonden werden de pluimveehouders op de hoogte gebracht van marktontwikkeling in binnen- en buitenland, cijfers over de export, trends en verwachtingen voor de komende jaren.
Met name tijdens de vleeskuikenbijeenkomst riep dat laatste veel vragen op bij de aanwezige pluimveehouders. De centrale vraag was: ‘Wat is de toekomst van conceptkuikens nadat de subsidies hiervoor wegvallen?’
Namens de Rabobank probeerde Jeroen van den Hurk zijn licht te laten schijnen op de veerkracht van pluimveehouderij: “In een paar jaar tijd is regulier kippenvlees uit de schappen van de supermarkt verdwenen en de sector heeft getoond zich hieraan razendsnel aan te kunnen passen.” Volgens enkele pluimveehouders in de zaal is de macht van de retail echter te groot, want het aanbod bepaalt de keuze van de consument. Van den Hurk pareerde deze opmerking door te stellen dat de sector het vooral moet hebben van autonome marktontwikkelingen.
“Daar liggen kansen”, zo stelt hij vast. “Als je naar het totale volume van alle afzonderlijke retailconcepten kijkt, dan verwachten we geen grote verschuivingen meer op dat vlak. Het zal nog gematigd groeien, maar in principe is dat een gelopen race. De prijs is daarbij van ondergeschikt belang, dierenwelzijn is het belangrijkste.”
“Kostprijs onder controle houden”
Afgespiegeld op de benchmarkt-ontwikkelingen, marges en exportmogelijkheden ziet de Rabobank de toekomst voor de pluimveesector rooskleurig in. “Zeker als we kijken naar de andere vlees-producerende sectoren, dan verwachten wij dat de pluimveesector nog iets gaat groeien in de komende jaren. Terwijl de varkens- en melkveesector (behoorlijk) gaat krimpen. Dat betekent niet dat er geen uitdagingen meer zijn. Rabobank-adviseur Jan Heusinkveld: “De meeste pluimveebedrijven in Noord-Nederland hebben een akkerbouwtak bij het bedrijf, maar wij als bank vinden het belangrijk dat de eigenaren goed monitoren waar de inkomsten vandaan komen. Het volume uit de pluimveetak moet rendabel blijven.
En dat is met alle investeringen rondom emissie- en antibiotica reductie, huisvestingsinvesteringen, energiebesparende maatregelen, terugdringen voedselverspillingen en investeringen in de kip zelf een hele opgave. Zeker zolang de consument niet bereid is meer te gaan betalen voor de producten die de pluimveehouderij levert. De pluimveehouder van de toekomst produceert markgericht, is onderdeel van een keten en heeft de kostprijs onder controle. Dat vergt veel vakmanschap, koopmanschap en houdt in dat een bedrijf altijd is voorbereid op ontwikkelingen.”
Vergelijkend onderzoek
Om de pluimveehouder daarbij te ondersteunen is de Rabobank bezig met vergelijkend onderzoek tussen de diverse concepten: “Dat wordt ook hoog tijd”, geeft Heusinkveld toe in Assen. “Bij de reguliere vleeskuikens hebben we al goed in beeld hoe de verhoudingen liggen, maar bij de concepten is dat nog niet het geval. We zijn druk bezig om in beeld te krijgen wat de rendementsontwikkeling binnen de verschillende concepten zich tot elkaar verhoudt.” Van den Hurk vult hem aan: “In de reguliere sector komen we over de laatste tien jaar op 69 euro uit. Over de laatste vijf jaar is dat 76 euro. Als we bijvoorbeeld naar de Kip van Morgen kijkt, dan komen we op 67 euro per vierkante meter uit, maar dit concept bestaat pas drie jaar dus die gemiddelden kunnen nog sterk wijzigen de komende tijd. En daar zitten dan ook nog diverse toeslagen bij.”
Vergoedingen
De bezoekers vroegen zich dan ook hard op af of de concepten nog wel levensvatbaar zijn als de subsidies in toeslagen op de diverse investeringen wegvallen. Zeker na de prijsdip die zich sinds eind 2018 voordoet: “De meerprijs voor het produceren van concepten zal daarvoor moeten worden doorberekend in de prijs naar de consument, maar het is heel moeilijk om te voorspellen of dat daadwerkelijk gaat gebeuren”, zo liet de Rabobank de aanwezigen enigszins in vertwijfeling achter. “In welke trein we ook zitten, wij hebben het gevoel dat alle extra dingen die we doen niet zorgt voor een hogere vergoeding”, vatte een pluimveehouder het gevoel van de zaal samen.