Het is een vraag die op elk vleeskuikenbedrijf weleens gesteld is: ga ik voor regulier of kiezen we voor traag groeiende kuikens? Vleeskuikenhouder Patrick Wetemans heeft twee locaties: in het Limburgse Kelpen-Oler houdt hij – in vijf stallen – 200.000 reguliere kuikens en op de tweede locatie in Baexem heeft hij 120.000 vleeskuikens verdeeld over drie stallen. Hierdoor kan Wetemans de verschillen goed monitoren. Wetemans: “Regulier doen we sinds jaar en dag, dus dat hoef je niemand uit te leggen. Dat is ook gewoon topsport. Maar bij traag groeiende kuikens is het heel anders werken.”
Voor- en nadelen
Met name bij vleeskuikenbedrijven met een vrije uitloop of een biologische vleespluimhouderij wordt vaak gekozen voor langzaam groeiende kuiken. Ondanks dat er meer vraag is naar deze kuikens, bestaat het merendeel van de vleeskuikenbedrijven nog uit reguliere – efficiënte – vleeskuikenrassen. De keuze om te switchen is volgens Wetemans dan ook geen simpele. Niet omdat het houden van de kuikens heel anders is, maar omdat je onderdeel wordt van een systeem. “Daarbij moeten alle kopjes dezelfde kant op staan”, zo stelt Wetemans. “Werken vanuit een ketengedachten is toch net even wat anders.”
Tijdens de themavond ‘Fokkerij en Broederij’ die wordt gehouden in het Pater van den Elsenhuis (een gezamenlijk initiatief is van Aviagen, Cobb, Hubbard en Pluimveeweb) zal de Limburger dan ook zijn ervaringen delen met collega-pluimveehouders. Toen Wetemans besloot om in deel van de stallen de reguliere kuikens te vervangen voor traag groeiende woog hij alle voor- en nadelen (onder andere bewegingsruimte) zorgvuldig af. Ook de rassenkeuze speelde in dat proces een belangrijke rol. Uiteindelijk is gekozen voor de Hubbard987, een zeer bewuste keuze: “Dat ras werkt gewoon heel prettig en behaald goede technische resultaten.”
Grondstofleverancier
Toch zijn juist die technische resultaten niet doorslaggevend volgens Wetemans. Het is vooral een persoonlijke keuze: “De meeste bedrijven schakelen direct over naar een bepaald concept en dan ben je het vergelijk ook kwijt. Wij zien dagelijks het verschil tussen de dieren. Wij produceren de grondstof ‘kip’ en als grondstofleverancier kun je niet om de diverse systemen heen. We zullen ermee moeten leren werken en concurrerend genoeg maken om er een goede boterham mee te verdienen. Het is geen hobby, er zullen euro’s mee verdient moeten worden. Voor de een zal het werken en een ander juist weer niet.”
Verschillende ervaringen
Zelf heeft hij dan ook nog geen keuze gemaakt en blijft hij voorlopig gewoon beide methoden toepassen op zijn twee locaties. Het ene concept is dan ook niet perse beter dan die andere, zo benadrukt hij: “Het houden van de kuikens verschilt in de basis niet zo veel: ja, de ene kuiken mag niet groeien en de andere wel. Maar daar is het ras dan ook zorgvuldig op uitgekozen. De ervaringen verschillen per bedrijf. Het is niet zo dat iets wat hier werkt ook ergens werkt. Iemand die met reguliere kuikens heel veel moeite heeft, bijvoorbeeld een veel te hoge voederconversie, kan traag groeiers een uitkomst zijn. Maar het kan ook heel goed andersom zijn. Ik vertel volgende week zo neutraal mogelijk mijn verhaal en zal proberen op alle vragen antwoord te geven vanuit onze ervaringen op de twee locaties. Het is sowieso heel prettig om met collega’s van gedachten wisselen over een onderwerp waar we in deze tijd niet meer omheen kunnen.”
De thema-avond vindt plaats op woensdag 18 oktober bij het Pater van den Elsen-huis in Handel.