De vooruitzichten voor de pluimveehouderij zijn in Europa en Nederland positief. Door vogelgriep in Europa en Latijns-Amerika en hoge kosten blijft het aanbod wereldwijd krap, terwijl de vraag naar kip onverminderd sterk blijft. Hierdoor wordt er meer pluimveevlees geïmporteerd terwijl de export door hoge Europese prijzen en vogelgriep onder druk staat.
Goede balans vraag/aanbod met stijgende trend in productie
De markt voor pluimvee in Europa is relatief sterk ondanks een wat zwakkere start van het jaar met dalende prijzen in januari. Vleeskuikenprijzen liggen in de eerste twee maanden van dit jaar meer dan 60% hoger dan in dezelfde periode in 2022 terwijl voerprijzen ongeveer 40% hoger liggen. Andere kosten zoals energie zijn afgelopen jaar erg volatiel geweest, maar liggen gemiddeld hoger dan in voorgaande jaren. Broedeiprijzen en indirect prijzen voor eendagskuikens zijn minder gestegen en lagen in deze periode ruim 30% boven het niveau van 2021. Verwacht wordt dat marges voor de pluimveehouder hierdoor instant blijven. Een opwaartse impact hierbij zijn de beperkingen op importen uit Brazilië in geval van vogelgriep. Een negatieve impact hierbij is gedurende het jaar een grotere aanbod vanuit Polen en Oekraïne.
Figuur 1: prijsontwikkeling vleeskuikens versus voer en broedeierenprijs
Ondanks een stijgend aanbod de afgelopen maanden zijn de prijzen nog steeds relatief hoog. De vraag trekt momenteel seizoenmatig weer aan waardoor het aanbod weer meer in balans komt met de vraag. Productie in Europa ligt nog steeds onder het niveau van 2019 maar zal naar verwachting gedurende het jaar verder licht toenemen.
Met name kleine en middelgrote spelers in Europa beperken daardoor hun productie. De Europese kipproductie is in het vierde kwartaal van 2022 met ongeveer 4% gedaald ten opzichte hetzelfde kwartaal van 2021. Daarnaast daalde de productie van kalkoen met 7% en eenden met 20% (zie figuur 2). Dit heeft geleid tot aanhoudende relatief hoge prijzen voor vleeskuikens in Europa.
Figuur 2: aanbod van pluimveevlees in Europese markt
De belangrijkste redenen voor het krappe aanbod is de impact van vogelgriep (via ruiming en beperkte expansie) en de impact van hoge productiekosten op de productie van kleine en middelgrote spelers in Europa. Zij beperken hun productie omdat ze problemen hebben hun werkkapitaal te financieren.
De productie in Duitsland, Frankrijk en Nederland is gedaald, terwijl de productie in Polen hoger was in het vierde kwartaal van 2022. Deze trend zet zich door in de eerste helft van 2023, waarbij het aanbod van met name Polen hoog is. Ook opereren veel Poolse producenten nu op volle capaciteit en implementeren ze ook nieuwe expansieprogramma’s.
De Europese markt is aantrekkelijk voor exporteurs
Een van de gevolgen van het relatief krappe aanbod in Europa met hoge prijzen, is dat er meer kip wordt geïmporteerd. De totale Europese invoer in het vierde kwartaal van 2022 is gestegen met 6%, in vergelijking met dezelfde periode 2021, tot 227.000 ton. De import steeg voornamelijk uit Brazilië met 7%, Oekraïne met 60% en Thailand met 50%. De invoer uit het Verenigd Koninkrijk (VK) is in deze periode met 30% gedaald vanwege de lokale krappe marktomstandigheden met hoge prijzen en aanhoudende problemen met het vinden van voldoende personeel bij verwerkers. ‘De hoge importvolumes vanuit Oekraïne zijn te linken aan de opheffing van de importbeperkingen van Oekraïne. Hiermee wil de Europese Commissie de lokale industrie in oorlogstijd ondersteunen. De volumes zijn in het vierde kwartaal van 2022 licht gedaald ten opzichte van het kwartaal ervoor. Ze liggen met 48.000 ton nog steeds ruim boven de 30.000 ton van in dezelfde periode in 2021.
Aan de exportzijde is de situatie voor Europese exporteurs moeilijker door beperkingen op de handel vanwege vogelgriepuitbraken in Europa en door hoge EU-prijzen. Hierdoor is de concurrentiepositie in veel markten verslechterd. Zeker in vergelijking met de Verenigde Staten (VS) en Brazilië waar een overaanbod is met relatief lage prijzen. De totale Europese exportvolumes daalden met 15% in het vierde kwartaal van 2022 tot 360.000 ton, waarbij de belangrijkste exportmarkt het VK, met 11% daalde tot 130.000 ton. De export naar andere landen daalde met 18% tot 230.000 ton.
Figuur 3: import van pluimveevlees in Europa per kwartaal
Naast hoge marktprijzen ook hoge kosten
In 2023 verwachten we aanhoudende hoge en volatiele kosten. Voerkosten zijn hier het belangrijkst omdat dit 60 tot 70% van de kosten voor producenten vertegenwoordigt. We verwachten dat de prijzen van de veevoergrondstoffen hoog blijven maar op een iets lager niveau dan 2022 (zie figuur 4). Rabobank verwacht dat de maïsprijzen in de tweede helft van 2023 onder de 6 Amerikaanse dollar per bushel blijven. Dit heeft te maken met minder vraag naar Amerikaanse export en betere concurrentie vanuit Brazilië. Bezorgdheid over het maïsgewas in Argentinië is gecompenseerd door hoge oogstramingen voor Brazilië en een herstel van ons maïsgewas. De sojabonenprijzen dalen naar verwachting onder het niveau van 14 Amerikaanse dollar per bushel, voornamelijk vanwege positieve oogstverwachtingen van Brazilië.
Figuur 4: voorspelling voor tarwe, maïs en sojaboon prijzen op de wereldmarkt
Naar verwachting blijven andere operationele uitdagingen spelen. Valuta schommelingen zijn momenteel hoog en kunnen snel van invloed zijn op handelsstromen. De energieprijzen zijn zeer volatiel geweest en hoewel de prijzen zijn gedaald in het vierde kwartaal van 2022 en de eerste maanden van 2023, bestaat er in de tweede helft van 2023 nieuw opwaarts potentieel. Vooral voor Europa wanneer in de tweede helft van het jaar de concurrentiestrijd tussen Europa en China voor het kopen voor gas zou kunnen oplopen.
Verwachting voor de markt in 2023: aanhoudend sterk
De vooruitzichten voor de Europese pluimveemarkt blijven vrij positief, hoewel door het toenemende aanbod prijzen en marges wat onder druk komen te staan. Dit zeker in de context van voortdurende hoge voederprijzen. De sleutel voor producenten zal zijn om het aanbod zoveel mogelijk in balans te houden met de markt. Dit wordt vooral belangrijk in de Europese zomermaanden wanneer de risico’s van vogelgriep lager zijn en producenten geneigd zijn productie uit te breiden.
Later dit jaar moet men ook rekening blijven houden met inflatie en energieprijzen. Maar dit is vooral afhankelijk van de ontwikkeling van de oorlog in Oekraïne en als Europa zijn energievoorraden opnieuw moet aanvullen, zoals eerder aangegeven.
“Als Brazilië getroffen wordt door vogelgriep, kan dit grote impact hebben op de wereldhandel van kip en belevering van Europa.”
Een belangrijk thema voor de handel in kip is momenteel de verspreiding van vogelgriep in Latijns-Amerika. De meeste landen in deze regio zijn inmiddels geraakt door vogelgriep en Argentinië en Chili (die ook naar Europa exporteren) zijn tijdelijk weggevallen. De grote vraag is of Brazilië ook geraakt wordt. Er zijn al gevallen in omringende landen waaronder Argentinië, Uruguay en Bolivia. Als Brazilië getroffen wordt door vogelgriep en, met name in de zuidelijke staten waar meer dan 60% van de productie gevestigd is, kan dit grote impact hebben op de wereldhandel van kip en belevering van Europa. Afhankelijk van het aantal en locatie van uitbraken kan het leiden tot hoge prijzen van kip en beperkte beschikbaarheid op de wereldmarkt van vooral borstvlees en hele kip. Dit zal ook impact hebben op de Europese markt met waarschijnlijk hogere prijzen en wat meer mogelijkheden voor export vanuit Europa.
Ook perspectief voor Nederlandse vleeskuikenhouderij goed
De situatie in de Nederlandse vleeskuikenhouderij is afgelopen jaar sterk veranderd omdat veel bedrijven zijn omgeschakeld naar het Beter Leven Keurmerk. Hierdoor wordt er minder geproduceerd in Nederland. Ook in 2023 zullen er nog diverse omschakelaars zijn om de resterende retailers te voorzien als zij ook omschakelen. Door de positieve marktverwachtingen voorzien we een bovengemiddeld 2023 voor de vleeskuikenhouderij in Nederland.
Daarnaast zal 2023 in het teken staan van de uitwerking van het verwachte landbouwakkoord op de vleeskuikenhouderij. Wat wordt de positie van individuele bedrijven in de uitwerking van de zogenaamde gebiedsgerichte aanpak? De sector moet hierbinnen competitie aangaan met alle activiteiten die in een specifiek gebied plaatsvinden. Voor al deze activiteiten zal waarschijnlijk minder ruimte zijn. De uitwerking van de Landelijke beëindigingsregeling (LBV-plus) zal ook impact hebben op de vleespluimveehouderij, wat leidt tot verdere daling van de productie richting 2024. Voor ondernemers die door willen in de sector, is het goed een actieve rol te pakken in de uitvoering van de gebiedsgerichte plannen.
Bron: Rabobank