Bij mengvoerspecialist De Valk-Wekerom is afgelopen week een inspiratiesessie gehouden waarbij adviseurs uit de pluimveesector op de hoogte werden gebracht van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van Big-data. En op dat vlak staat een hoop te gebeuren, zo bleek die middag.
Na een korte introductie door De Valk-Wekerom directeur Michael Mackaay was het woord aan Lenny van Erp, sinds 1 mei 2016 lector pluimvee aan de HAS Hogeschool. Van Erp constateert dat robotisering een belangrijke rol speelt bij het thema Big-data. “Er beginnen langzaam maar zeker wat robots op de markt te komen en er wordt nog heel veel onderzoek gedaan. Zo is er bijvoorbeeld een pluimveerobot om eieren te rapen, die is overigens in Nederland (Wageningen, red.) ontwikkeld. Er is een pluimveerobot in Frankrijk gemaakt om strooisel te woelen en er is een robot die aan het plafond hangt. Die gaat door de stal en meet van alles. De ontwikkelingen op dat vlak gaan dus best snel momenteel.”
“Grotere stallen zijn steeds moeilijker in de gaten te houden”
Volgens Van Erp is het ook heel belangrijk voor de sector dat deze ontwikkelingen plaatsvinden: “De stallen zijn de afgelopen jaren steeds groter geworden, zowel bij vleeskuikens als bij leghenbedrijven. Als ze ontzettend veel dieren in de gaten willen houden, dan heb je dit soort ontwikkelingen nodig. Hiermee kunnen pluimveehouders veel informatie verzamelen. Die informatie kan worden omgezet in data. Door die data praktisch te maken kan de pluimveesector verder doorgroeien. We hebben daarvoor wél bedrijven nodig die hun nek willen uitsteken om als voorbeeld te dienen voor de complete sector. Het overtuigen werkt het beste als je ziet dat een collega door gebruikmaking van sensoren beter grip krijgt op de (technische) resultaten in zijn of haar rondes.”
Proces van jaren
Bijeenkomsten, zoals die afgelopen week bij De Valk-Wekerom plaatsvinden, zijn volgens Van Erp cruciaal in dat proces: “De adviseurs die hier aanwezig zijn, vertellen dat door richting hun klanten. En zij worden ambassadeurs van de kennis die wij hier met elkaar delen. Het gaat nog jaren duren voordat de hele sector gerobotiseerd is. Het is een flinke investering en we weten nog niet precies welke methode het beste werkt. Eigen data uit de stal zal veel harder gaan qua ontwikkelingen. En dat is binnen een paar jaar gemeengoed.”
Meerwaarde
Richard ten Cate is eigenaar van FarmResult, een bedrijf dat zich bezighoudt met het praktisch maken van alle staldata die nu al beschikbaar is, merkt dat pluimveebedrijven steeds vaker bij hem aankloppen om door middel van data-analyses de efficiëntie te vergroten. “Wij geven de pluimveehouder handvaten om zijn onderneming bij te sturen. Pluimveebedrijven zijn vaak verspreid over meerdere stallen en meerdere locaties. Het is dan ook belangrijk om (ook op afstand) altijd een vinger aan de pols te houden. Daarvoor moet je real-time data hebben, want achteraf bijsturen kost altijd geld. In de toekomst wordt dit nog belangrijker, want de meerwaarde van de producten die de pluimveesector levert, zal komen uit de beschikbare data.”
Kwestie van tijd
Daarmee bedoelt Ten Cate dat kipproducten geproduceerd aan de hand van staldata een hogere winkelwaarde zullen krijgen. Daarmee wordt investering in Big-data ook verantwoord, zo stelt hij. “De markt is daar klaar voor, dat merken wij dagelijks. Maar het eerste – en misschien wel belangrijkste – terugverdien aspect is de winst die de pluimveehouder maakt bij zijn dagelijkse bedrijfsvoering. Zoals Lenny al aangaf is het belangrijk dat er praktijkvoorbeelden ontstaan. Als je ziet dat je buurman resultaat boekt, gemak ervaart en het rendement verhoogt dankzij Big-data, dan ga je al snel overstag. Het is niet voor niets dat de VIV Europe in Utrecht ook Big-data hoog op de agenda heeft staan. De pluimveesector is al geautomatiseerd en verzamelt al heel veel data. Het is een kwestie van tijd totdat die data bedrijfsbepalend gaat zijn voor zowel het werkplezier van de pluimveesector als voor de waarde van het werk dat de pluimveehouder verricht.”