Mest onderzoeken van meer dan 9000 varkens en kuikens, wetenschappers van Wageningen Bioveterinary Research en Universiteit Utrecht draaiden hun hand er niet voor om. Met een internationaal team publiceerden ze de uitkomsten van het onderzoek naar antibioticaresistentie gisteren in het prestigieuze tijdschrift Nature Microbiology. Het niveau van antibioticumresistentie in de darmen van varkens en vleeskuikens blijkt gerelateerd aan het antibioticumgebruik.
Het internationale team bezocht 181 varkens- en 178 vleeskuikenbedrijven in negen Europese landen. Daar verzamelden de wetenschappers van meer dan 9000 dieren mestmonsters.
Meer resistentie bij varkens
Het blijkt dat de hoeveelheid en type resistentiegenen aanwezig in de darmen verschillen per diersoort en land. De dieren – varkens en kuikens – en de negen landen verschillen dus van elkaar wat betreft antibioticaresistentie. Dit is een afspiegeling van het verschil in de mate van het antibioticumgebruik per diersoort en per land. In de darm van varkens komt meer resistentie voor dan bij kuikens, terwijl bij kuikens weer meer verschillende resistentiegenen voorkomen. De uitkomsten van onderzoek is niet alleen relevant voor dieren, maar ook voor mensen. Mensen worden namelijk via voedsel aan resistentiegenen blootgesteld.
Nieuwe aanpak
De onderzoekers kozen voor een nieuwe aanpak om resistentie te meten. Ze verzamelden informatie via het DNA van de mest van de dieren. Deze informatie codeert voor antimicrobiële resistentie in de totale bacteriële gemeenschap van de darm. Dit heet het resistoom en omvat alle resistentiegenen die aanwezig zijn in de darm.
Krachten bundelen
Deze publicatie is een van de uitkomsten van een internationale samenwerking in het Europese EFFORT project: ‘Ecology from Farm to Fork Of microbial drug Resistance and Transmission’. Het project heeft als doel het bestuderen van de complexe epidemiologie en ecologie van antimicrobiële resistentie en de interacties tussen bacteriën in dieren, de voedselketen en het milieu. Het project wordt gecoördineerd door Jaap Wagenaar en Haitske Graveland van de Universiteit Utrecht en loopt van 2013 tot en met 2018. Het internationale team bestaat uit negentien partners uit tien Europese landen (Nederland, België, Duitsland, Denemarken, Polen, Bulgarije, Zwitserland, Italië, Spanje en Frankrijk). De Nederlandse instituten die een belangrijke rol hebben gespeeld in het zojuist verschenen artikel zijn de Universiteit Utrecht, faculteit Diergeneeskunde en Wageningen Bioveterinary Research te Lelystad. Het slotsymposium van het EFFORT project vindt in November plaats in Utrecht in Tivoli Vredenburg.