De H3N1 situatie in België is en blijft zorgelijk. Momenteel zijn er ongeveer 70 H3N1-gevallen geconstateerd. De uitbraken concentreren zich in West-Vlaanderen, maar er zijn enkele gevallen in Oost-Vlaanderen en een enkele besmetting in de provincies Antwerpen en Luik. Daarnaast is er in het noorden van Frankrijk en in Luxemburg een H3N1-geval gevonden. Inmiddels zijn niet alleen productiedieren, maar ook jonge opfokhennen besmet.
De aanpak van de verspreiding van het virus in België blijft moeilijk, omdat H3N1 wettelijk gezien geen bestrijdingsplichtig virus is. Daarom heeft de Europese Commissie geen toestemming gegeven om pluimveehouders vanuit het hiervoor opgezette fonds financieel te ondersteunen bij het ruimen van koppels. Van de Belgische Boerenbond is vernomen dat er inmiddels afspraken zijn gemaakt tussen de Belgische overheid en Brussel over eventuele vergoedingen bij het ruimen van besmette bedrijven. Het gaat er met name om dat eventuele vergoedingen verenigbaar zijn met Brusselse staatssteunregels. Het zal nog enige tijd kosten voordat duidelijk wordt hoe België met ruimingen en vergoedingen om zal gaan. AVINED is in overleg met het ministerie van LNV over de relevantie van deze afspraken voor Nederland.
H3N1-onderzoek leghennen: grote schade en uitval zonder co-infecties
In opdracht van de AVINED adviescommissie pluimveegezondheidszorg voert de GD een onderzoek uit naar de laag pathogene H3N1 stam en de ziekteverschijnselen in legkippen van 35 weken. De tussentijdse resultaten laten zien dat deze laag pathogene H3N1 stam geen andere ziektekiemen nodig heeft om bij leggende dieren grote schade te veroorzaken. Het ziektebeeld, de sectiebeelden en de productiedaling bij deze leggende hennen (SPF – specific pathogen free) komen overeen met het beeld dat in het veld gezien wordt. De GD merkt op dat de resultaten verontrustend zijn en dat het aangeeft dat het virus, zonder andere infecties, grote schade kan veroorzaken. Dit betekent dat de oorspronkelijke gedachte om bijkomende infecties proberen te voorkomen onvoldoende zal werken. Reden te meer om hard in te zetten op het voorkomen van introductie van dit virus.
Tevens heeft de GD een bijeenkomst voor betrokkenen uit de pluimveesector georganiseerd op 12 juni 2019, waarbij een update is gegeven over de H3N1 situatie in België en de acties in Nederland. Een samenvatting is binnenkort beschikbaar op de site van de GD.
Biosecurity in Nederland essentieel
Wees alert
Alertheid op verschijnselen van (laagpathogene) vogelgriep en verschijnselen, waarbij een (onderliggende) infectie met (laagpathogene) vogelgriep niet kan worden uitgesloten, is geboden. Neem bij twijfel contact op met uw dierenarts. Er kunnen swabs worden genomen voor uitsluiting van vogelgriep. Een meldingsplicht bij de NVWA geldt bij uitval van meer dan 0,5 procent gedurende twee dagen, of meer dan 3 procent per week per koppel.
Bemonstering koppels pluimvee uit België
De GD heeft voor de sector een draaiboek Aviaire Influenza H3N1 opgesteld. In dit draaiboek staan onder andere adviezen hoe te handelen bij koppels pluimvee die vanuit België naar Nederland komen. Geadviseerd wordt om ervoor te zorgen dat geen pluimvee vanuit een Belgisch bedrijf naar Nederland gaat zonder dat aangetoond is dat het koppel geen virus bij zich draagt. In het draaiboek staat welke monsters genomen moeten worden en welke laboratoriumonderzoeken moeten worden gedaan. Het draaiboek staat op de site van AVINED.
Hygiëneprotocollen
AVINED vraagt nogmaals uw aandacht voor de hygiëneprotocollen die zijn opgesteld voor bij vervoer van divers pluimvee en (broed)eieren uit België, voor bezoekers van pluimveebedrijven, transportmiddelen diervoeders uit België, strooisel uit België en pluimveeservicebedrijven die hebben gewerkt in België. De protocollen staan onderaan deze webpagina van AVINED in de lijst met bestanden.
Vraag u daarnaast ook af of dergelijke aanvoer op dit moment echt nodig is. Mogelijk kan bijv. een koppel bijplaatshanen een week later wel worden gevonden in Nederland. Hou daarnaast ook aandacht voor lege vrachtwagens die uit België komen, bijvoorbeeld als er vleeskuikens door een Belgische slachterij worden opgehaald uit Nederland of als u opfokpluimvee naar België toebrengt. Organiseert u niet zelf het transport, benadruk dan bij de transporteur het belang van schone wagens.
Bron: AVINED