In de afgelopen maanden zijn inmiddels zeven gevallen van Coryza bij pluimvee vastgesteld. Het gaat zowel om commercieel pluimvee als om hobbypluimvee.
Coryza is een sinds 1930 bekende aandoening bij pluimvee en stond in het verleden bekend als 'Acute snot'. De ziekte komt voornamelijk voor in gebieden met een warm klimaat: Zuid-Amerika, Afrika en het Midden en Verre Oosten, maar in een gebied met een gematigd klimaat kan de ziekte ook optreden. Het is een meestal acute, vervolgens chronische, sterk infectieuze aandoening bij kippen.
Problemen komen voornamelijk voor in de herfst en de winter, bij productieve leghennen, vermeerderingsdieren, soms ook bij kalkoenen, fazanten en patrijzen. Corzya is vooral een probleem op meerleeftijdbedrijven, omdat het daar lang aanwezig kan blijven. Vooral oudere dieren zijn gevoelig, bij jongere dieren zijn de klinische verschijnselen milder en is de ziekteduur korter. Het ziektebeeld kan ook optreden bij vleeskuikens. De ziekte wordt gekarakteriseerd door een ontsteking van de voorste luchtwegen; vooral de neusholte en de neusbijholten.
Diagnose
Het klinische beeld van Coryza kan sterk variëren. In ernstige gevallen is er sprake van een ontsteking van de voorste luchtwegen die gepaard gaan met neusuitvloeiing en dikke koppen. Het legpercentage kan afnemen met 10-40% en er kan oplopende sterfte worden waargenomen. Een waarschijnlijkheidsdiagnose kan gemaakt worden op basis van de klinische verschijnselen en het sectiebeeld. Bevestiging moet komen uit een speciale bacteriologisch kweekmethode van monsters uit de neusbijholten van het levende aangetaste dier, waarbij de bacterie gekweekt kan worden.
Dit heeft als voordeel dat indien de bacterie wordt aangetoond er vrijwel altijd een relatie is met de klinische ziekte, een nadeel is echter dat een kweek snel moet worden ingezet. Bovendien gaat de bacterie buiten het dier snel dood. Voor kweek kunnen daarom het beste levende dieren naar GD worden gestuurd, dieren met een dikke kop of snot uit de neusholte zijn hiervoor zeer geschikt.Na isolatie van de Avibacterium (para) gallinarum bacterie wordt door de GD geen verdere typering uitgevoerd.
Bron: De Gezondheidsdienst voor Dieren