Vanaf juli tot 25 september zijn veertien pluimveekoppels besmet geraakt met infectieuze laryngotracheïtis (ILT) wildtypevirus, waarvan acht in de pluimveedichte regio van de Gelderse Vallei (postcodegebied 37 en 38).
De drie gevallen in postcodegebied 77 en de gevallen in postcodegebied 41 en 67 zijn tevens verbonden aan de Gelderse Vallei. Het legkoppel was kort voor het ontwikkelen van ziekteverschijnselen door ILT verplaatst van de opfoklocatie in die regio naar het legbedrijf.
De ziekteverschijnselen van ILT bestaan uit luchtwegverschijnselen, waarbij de luchtpijp tot bloedens toe ontstoken kan zijn. Bijkomend kan er sprake zijn van verhoogde uitval, verminderde voeropname en een daling van de eiproductie.
De ernst van de symptomen wordt bepaald door verschillende factoren. Zo kunnen er verschillen zijn in het ziekmakende vermogen van de virusstam en gevoeligheid van de dieren door onder andere bescherming door vaccinaties.
Wildtype-ILT
Wildtype-ILT wordt met enige regelmaat aangetroffen bij hobbymatig gehouden pluimvee, al dan niet in combinatie met klinische verschijnselen. Er is op dit moment geen reden om aan te nemen dat de detectie bij hobbykippen in postcodegebied 48 gerelateerd is aan de uitbraken in commercieel gehouden pluimvee.
De gevonden wildtypestammen worden nader onderzocht middels sequentieanalyse (DNA-onderzoek van het virus), waarbij meer inzicht zal worden verkregen in het virus dat betrokken is bij deze uitbraken en bij onderlinge verbanden.
Aanpak van wildtypevirus
Om mogelijke verspreiding te voorkomen, adviseert GD strikte hygiënemaatregelen te
handhaven en alert te zijn op eventuele verschijnselen van ILT. Neem bij een verdenking van
ILT direct contact op met uw dierenarts en licht uw erfbetreders in. Diagnostiek door middel
van sectie en PCR kan snel uitsluitsel geven. ILT is zeer besmettelijk.
De aanpak van ILT is gericht op preventie, vaccinatie en een eventuele regionale aanpak:
- Preventie: goede bedrijfshygiëne minimaliseert verspreiding van het virus.
- Vaccinatie: aandacht voor goede applicatie van ILT-vaccins is noodzakelijk. Dit geldt zeker wanneer het recombinante vaccins betreft die niet spreiden na toediening. Voor gebieden met een verhoogd risico is het raadzaam om meer dan één vaccinatie toe te passen. Bij levend CEO-vaccin is een oogdruppelvaccinatie de enige aangewezen methode.
- Regionale aanpak: de sectorpartijen zijn in overleg over een regionale aanpak voor de Gelderse Vallei en aanverwante regio’s. Ook in andere gebieden is verhoogde alertheid gepast en kunnen aanvullende preventieve maatregelen worden overwogen. Dierenartsen krijgen aanvullende informatie over de voorgenomen acties, net als veehouders in de gebieden rondom uitbraken.
Bron: GD Diergezondheid