Vleeskuikens die overdag kunnen scharrelen in een wilgenbosje naast de pluimveestal zijn lekkerder en sappiger dan de kippen die op stal blijven. Dat concludeert een team van Vlaamse en Wageningse onderzoekers.
De onderzoekers vergeleken drie koppels van 200 vleeskuikens gedurende tien weken tot de slacht. De eerste groep kuikens bleef binnen, een tweede groep kreeg een uitloop naar een grasveld met schuilhokken en de derde groep kuikens kon naar een wilgenbosje met begroeiing. Het onderzoek werd uitgevoerd door Lisanne Stadig, een Wagenings afgestudeerde die nu werkt bij het Instituut voor Landbouw- en Visserij Onderzoek (ILVO) in Vlaanderen. Medeauteur Bas Rodenburg van de leerstoelgroep Gedragsecologie in Wageningen was betrokken bij het onderzoek van het kippengedrag, terwijl Belgische collega’s de vleeskwaliteit bepaalden en de smaak van het kippenvlees lieten beoordelen door een smaakpanel.
Gespierder
De vleeskwaliteit van de uitloopkippen was duidelijk beter, stelden de onderzoekers vast. Het vlees van de uitloopkippen had een hogere pH-waarde dan de stalkippen. Deze zuurtegraad heeft invloed op het vochtgehalte van de kip. Het vlees van de stalkippen had dan ook meer vochtverlies dan dat van de uitloopkippen. Verder waren de uitloopkippen door de beweging gespierder en minder zwaar dan de stalkippen. Bovendien hadden de uitloopkippen geler vlees en bleek de hoeveelheid onverzadigde vetzuren hoger bij de kippen met uitloop. Deze onverzadigde vetzuren zijn gezonder voor de mens dan verzadigde vetzuren.
Kruidenrijk
Het smaakpanel mocht rapportcijfers geven aan de drie soorten – ongekruid – kippenvlees. Het panel oordeelde dat het uitloopvlees malser, sappiger en minder draderig was. De uitloopkippen in het wilgenbosje kwamen steeds als beste uit te bus, de stalkippen als slechtste. De ‘grasveldkippen’ scoorden ook goed, maar iets minder goed op smaak en gezondheid dan de ‘boskippen’. Rodenburg denkt dat de kippen in het kruidenrijke wilgenbosje meer groen eten dan op het grasveld bij de mobiele kippenschuur, wat zich vertaalt in lekkerder vlees.
Biologisch
Het onderzoek omvatte twee rondes met 200 vleeskippen per systeem, dus in totaal 1200 kippen. Stadig gebruikte traag groeiende kippen die veel worden gehouden door biologische pluimveehouders in België en Frankrijk. In vervolgonderzoek volgt ze de kippen in de drie houderijsystemen individueel om nauwkeurige verbanden te kunnen leggen tussen uitloopgebruik, gedrag en welzijn van de kip en smaak en kwaliteit van het kippenvlees.
Combinaties
De Vlaamse overheid financierde het onderzoek. Die wil graag nieuwe combinaties van dierlijke en plantaardige productie uittesten. Wilgenbosjes nabij kippenstallen wordt gezien als een kansrijke combinatie. Als de kippen mogen kiezen, kiezen ze voor een wilgenbosje, omdat die veel beschutting en veiligheid biedt tegen roofvogels. Bovendien kan de pluimveehouder de wilgen oogsten voor energieopwekking, waarbij de kippenmest ervoor zorgt dat de wilgen sneller groeien. Er zijn al pluimveehouders die experimenteren met wilgenbosjes en boomgaarden naast de kippenstal, zegt Rodenburg.