Het optimaliseren van de voerconversie is vooral een zaak voor vleeskuikenbedrijven, zo stelt pluimveehouder Roy Tomesen uit Doetinchem. Het verlagen van kosten is een veel besproken item in de sector, maar voor leghennen draait het volgens Tomesen veel meer om: “de kosten per 100 eieren of kilogram ei.”
De term voederconversie wordt in de ogen van de Achterhoeker te veel gehypet: “Het gaat mij erom dat het de kip aan niks ontbreekt. Als ik daarvoor duurder en/of meer voer, dan moet dat gewoon. Iedereen heeft de mond vol van voerconversie, maar als je topresultaten wilt behalen moet je niet beknibbelen.”
Cijfers
Om toch nog even de cijfers erbij te pakken. Tomesen heeft witte en bruine hennen. Zijn voerkosten bedragen ongeveer vier cent per ei. De voerconversiecijfers voor deze ronde komen daarmee uit op 2,01/2,02 voor de LSL Classic en lite witte hennen en 2,11/2,12 voor de Lohmann bruin. “Daarmee draai ik gewoon heel scherp. Dat weet ik. Maar ik ga dat echt niet iedere week lopen uitrekenen, want het brengt mij gewoon niks.”
"Ik ga niet omschakelen, overschakelen of verdunnen”
Stabilisering van de voerbehoefte
Tomesen kiest heel bewust voor kwaliteit. Vijf jaar geleden stapte het pluimveebedrijf mede daarom over naar voerleverancier De Hoop Mengvoeders uit Zelhem. “Ik heb niet het goedkoopste voer, maar mijn kippen zijn gezond en de productie is super. Het hele verhaal klopt. Ik ben iemand die opstart met overgangsvoer, dan startvoer en vervolgens schakel over op fase-1 voer. En dat blijf ik de hele ronde door geven. Ik ga niet omschakelen, overschakelen of verdunnen. Het enige wat ik doe, naar mate de dieren ouder worden, is calcium bijvoeren. Puur omdat de calciumbehoefte groter wordt. Ik geloof niet in fase-2 of 3 voer om daarmee kosten te besparen. Ik geloof dat de kip gebaat is bij constant voer. Stabilisering van de voerbehoefte, het ei-gewicht en zodoende de sterkte van de eischalen op peil houden.”
Korte termijnpolitiek
Volgens hem denken veel collega’s zo, al hoort ook hij wel de geluiden over kostenreductie door middel van voeroptimalisatie: “Ik denk dat er een heleboel pluimveehouders te gefocust zijn op de kosten en het reduceren daarvan. Als je op voerkosten gaat beknibbelen, dan gaat je dat ook opbrengst kosten. In mijn visie is dat korte termijnpolitiek. Ik denk dat je veel beter aan de opbrengstenkant kan kijken, want daar valt veel meer te behalen. Natuurlijk moet je de kosten blijven spiegelen en zorgen dat je op een scherpe manier je inkopen doet. Maar ik vind het aantal eieren dat uit mijn stal komt het belangrijkst, die moeten het geld maken. Het moet de kip aan niks ontbreken.”
Weerbaarheid
Tomesen vervolgt: “Als de kippen goed groeien en ze ontwikkelen zich tot een robuuste hen die tegen een stootje kan. Waarom zou ik dan dingen gaan veranderen om mijn conversie lager te krijgen? Ik heb veel meer aan een weerbare kip, zeker bij opstartende koppels tot 35 weken. Ik wil duurzame kippen in mijn hok hebben, die heel lang topresultaten kunnen leveren. Daar verdien ik het wel op. Ik kan veertien maanden met mijn hennen doen, maar ik kan ook proberen een robuuste hen neer te zetten waar ik zestien/zeventien maanden mee kan doen. Als er jonge hennen komen, die kosten mij vier/vierenhalve euro op zeventien weken. Voor dat ze aan het leggen zijn, kosten ze mij vijf euro. Als ik dat twee á drie maanden langer uit kan zingen, voordat ik een vervangersinvestering moet doen. Wat zegt mij dan die laatste honderdste in de voederconversie. Eigenlijk niks!”
"Ik heb er een goed gevoel bij als de kip zich goed voelt”
De focus ligt bij de pluimveehouder uit Doetinchem dus op duurzaamheid. Voerconversie past prima in dat beeld, maar dat geldt veel meer voor vleeskuikenbedrijven dan voor pluimveehouders met leghennen: “Ik kan mij voorstellen dat voederconversie voor vleeskuikenhouders die in zes weken een topprestatie neerzetten megabelangrijk is, maar ik heb leghennen. Misschien gaat hier weleens een gram voer overstuur, maar ik heb er een goed gevoel bij als een kip zich goed voelt. Ik heb nooit te vette kippen, dus ik let er echt wel op. De conversiecijfers zijn voor mij in de gehele bedrijfsvoering ondergeschikt.”