Hoewel de agrarische sector dit jaar met een geschatte productiekrimp van 3% de gevolgen van de coronacrisis aan den lijve ondervindt, zijn boeren bezorgder over de onzekerheid rondom het stikstofbeleid. Zo willen vooral veehouders overstappen naar een nieuw verdienmodel, want in Nederland zijn de grenzen van de groei bereikt.
Terug naar het oude normaal lijkt voor hen geen optie, maar verduurzamen vergt creativiteit en flexibiliteit, zowel van boeren als van beleidsmakers, is de conclusie van het ING Economisch Bureau in haar vooruitzicht voor de agrarische sector. Enig productieherstel in 2021 is voor de gehele sector haalbaar, maar voor vrijwel alle deelsectoren is het perspectief op sterke rendementsverbetering op dit moment ongunstig.
Corona- en stikstofcrisis vragen veel van agrarische ondernemers
De agri & food sector is redelijk coronaproof gebleken en ook doorgaans minder conjunctuurgevoelig in vergelijking met andere sectoren. De vooruitzichten voor 2020 en de komende jaren zijn dan ook minder negatief dan voor andere sectoren. Onzekerheden en uitdagingen door aanhoudende regeldruk zoals de te verwachten stikstofmaatregelen zijn er echter volop en vragen wederom veel creativiteit, flexibiliteit en geduld van agrarische ondernemers.
Forse terugval in productie in 2020, licht herstel in 2021.
Bron: CBS; ramingen 2020 en 2021 ING Economisch Bureau
Circa 3% productiekrimp in 2020
Na de 1% productiegroei in 2019 – overeenkomstig het langjarig gemiddelde – krijgt de agrarische sector in 2020 met krimp te maken, van circa 3%. Voor 2021 verwachten we een inhaaleffect en een terugkeer naar de gemiddelde groei van circa 1%, ondanks externe druk van onder meer teruglopende consumentenbestedingen, internationale handelsconflicten, brexit en stikstofmaatregelen.
Legpluimveehouders nog niet van de leg
Legpluimveehouders realiseren vooralsnog prima rendementen: in de eerste helft van 2020 lagen die een kwart hoger dan gemiddeld en 17,5% hoger dan in 2019. De vraag vanuit de foodservice en de industrie liep vanwege de corona lockdown terug, maar verplaatste zich naar de supermarkten. In maart werden eieren zelfs gehamsterd, waardoor de prijzen op een hoog niveau kwamen. Recent zijn de opbrengsten genormaliseerd en kennen de voerkosten een opwaartse en de eierprijzen een neerwaartse tendens, waardoor het perspectief voor het tweede halfjaar minder gunstig lijkt.
Eierprijzen in eerste helft 2020 gemiddeld 8% hoger dan in 2019
2020 startte goed voor varkens- en legpluimveehouders.
Bron: Agrimatie; ING Economisch Bureau
Corona pakt slecht uit voor vleespluimveehouders
Voor vleeskuikenhouders lagen de rendementen in het eerste kwartaal nog 20% boven die van vorig jaar, in het tweede kwartaal was het beeld 180 graden omgedraaid. De vraag vanuit horeca en foodservice uit zowel binnen- als buitenland viel in april en mei grotendeels weg en de laagste prijzen in tien jaar tijd werden genoteerd. De vraag naar kip heeft weliswaar minder te lijden van de coronacrisis dan andere vleessoorten, maar de invoer van goedkoop vlees uit vooral Oost-Europa zorgt voor aanhoudende druk op de rendementen. Vanwege de pluimveerechten en het stikstofbeleid is binnenlandse productiegroei bovendien nauwelijks mogelijk.
Bron: ING