De pluimveesector in Groot-Brittannië verkeert in onzekerheid. Dat kunnen we concluderen uit een enquête van de National Farmers Union (NFU) onder pluimveehouders. Net als in Nederland stijgen de kosten, maar blijven opbrengsten achter. Pluimveehouders ervaren een oneerlijke verdeling van de marges in de keten. Wordt het aan de overkant van het Kanaal tijd voor een Union of Poultry Producers, oftewel een Britse variant van de UPP?
Producenten van eieren en pluimveevlees in Groot Brittannië staan voor een onzekere toekomst als grotere overheidssteun en hervorming van de toeleveringsketen uitblijven, zo blijkt uit de enquête die de NFU eind 2023 hield onder pluimveehouders. Met de enquête onderzocht de NFU de impact van veranderende omstandigheden in de afgelopen twee jaar op de sector en de daaruit voortvloeiende intenties van pluimveehouders voor de komende twee jaar. Uit het onderzoek bleek dat 24 procent van de leghennenhouders en vijftien procent van de vleeskuikenhouders het onwaarschijnlijk acht, of op zijn zachts gezegd niet zeker weten of ze nog pluimveehouderij zijn na november 2025. Als belangrijkste reden werd opgegeven dat er onvoldoende inkomsten zijn uit de bedrijfsactiviteiten. Teveel pluimveehouders hebben geen winst behaald.
Zorgen voor de sector
Uit de enquête kwam in een aantal punten aan het licht waarover Britse pluimveehouders zich zorgen maken:
- Het risico van vogelgriep. Hierover tonen 94 procent van de legpluimveehouders en 92 procent van de vleeskuikenhouders zich redelijk tot zeer bezorgd.
- Het gebrek aan eerlijkheid in de toeleveringsketen. Negentig procent van de legpluimveehouders en 76 procent van de vleeskuikenhouders zijn hier redelijk tot zeer bezorgd over.
- Hoge energieprijzen. Van de leghennenhouders is 92 procent hier bezorgd over. Van de vleeskuikenhouders is dat 61 procent.
- Oneerlijke handelspositie door import. Hier maakt 90 procent van de legpluimveehouders en 78 procent van de vleeskuikenhouders zich redelijk tot erg bezorgd over.
Zekerheid en eerlijkheid ontbreken
Om de productie van Britse eieren en pluimveevlees beter te ondersteunen, pleit de NFU voor meer eerlijkheid in de pluimvee-toeleveringsketens, voor de opname van pluimveeproducenten in het programma voor energie-intensieve industrieën en voor een langetermijnstrategie van de overheid voorafgaand aan eventuele toekomstige uitbraken van aviaire influenza (AI). NFU-pluimveebestuursvoorzitter James Mottershead zegt hierover: “Britse eieren en pluimveevlees zijn vaste prik op het bordje van miljoenen mensen, maar de sector die hiervoor aan de basis staat, staat onder enorme druk. Productiekosten die de pan uitrijzen en de dreiging van vogelgriep hebben producenten onder extreme druk gezet. De sector heeft dringend steun, zekerheid en eerlijkheid nodig in de hele toeleveringsketen. Tenminste, als we als sector sterk willen blijven in de productie van kwalitatief hoogwaardig, veilig, voedzaam en duurzaam geproduceerd pluimveevlees en eieren. Producten waarvan we weten dat het overgrote deel van het Britse publiek die vertrouwt.”
Naar een Britse UPP?
Mottershead pleit namens de NFU voor verandering binnen de pluimveeketen voor een eerlijker verdeling van risico’s en beloningen. Met andere woorden: de marges in de keten moeten beter worden verdeeld. Dit is een uitdaging waar ook de Nederlandse pluimveesector mee te kampen heeft. De scheefgroei in marges in de pluimveeketen heeft hier geleid tot oprichting van de Unie voor Pluimvee Producenten (UPP). De UPP bundelt aanbod en zorgt dat de primaire producent wordt betrokken bij afspraken en prijsvorming aan het eind van de keten. We zien dat dit een sterkere onderhandelingspositie geeft, wat resulteert in hogere marges. Dit geeft meer zekerheid voor de pluimveehouder en biedt ruimte om te investeren in een duurzame keten. Mogelijk volgt de Britse pluimveesector het Nederlandse voorbeeld. Lang wachten lijkt gezien het sentiment onder Britse pluimveehouders niet verstandig.
Kostenstijgingen voor Britse pluimveehouders
Zowel de legpluimveehouders als de vleeskuikenhouders hebben de afgelopen twee jaar de kosten flink zien stijgen.
Gemiddelde prijsstijging In de legsector:
- Voer: 31 procent
- Elektriciteit: 35 procent
- Kosten personeel: 22 procent
- Opfokhennen: 23 procent
Gemiddelde prijsstijging in de vleeskuikensector:
- Voer: 31 procent
- Elektriciteit: 41 procent
- Personeelskosten: 20 procent
- Eendagskuikens: 13 procent
Voor zowel leghennenhouders als vleeskuikenhouders stegen de opbrengsten van de producten niet genoeg mee om de stijgende onkosten te dekken. Scheefgroei van marges in de keten dus. Een uitdaging waar ook Nederland en België mee kampen en waar in Nederland de UPP voor is opgericht.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: NFU en Shutterstock