Eind 2023 werden de eindresultaten van het KIPVANG-project voorgesteld op een druk bijgewoonde studienamiddag. In het project werd het volledige vang- en laadproces bij kippen (vlees en leg) bestudeerd. Daarbij werd de conventionele manier van vangen (waarbij de dieren ondersteboven naar de verzamelkratten worden gedragen) vergeleken met rechtop vangen bij zowel vleeskippen als (reforme) leghennen en bijkomend – zij het in beperkte mate – met machinaal vangen bij vleeskippen.
Rechtop vangen zorgde voor enkele verbeteringen in dierenwelzijn, maar bij eenzelfde personeelsbezetting zal het vang- en laadproces langer duren. Ergonomisch gezien werden beide manuele vangmethodes als te belastend voor het lichaam bestempeld. De vangploegen haalden ook aan dat de arbeidsveiligheid daalde bij het rechtop vangen in volièrestallen.
Doel project
Eind 2021 startte het project KIPVANG op vraag van, en gefinancierd door, de Afdeling dierenwelzijn (Departement Omgeving – Vlaamse overheid). Partners ILVO, Proefbedrijf Pluimveehouderij, UGent en Vetworks vergeleken in dit project verschillende manieren van vangen en laden (conventioneel (CONV), rechtop (RECHT) of machinaal (MACH)) van vleeskippen en (reforme) leghennen en dit op gebied van dierenwelzijn, economie, arbeidsefficiëntie en -belasting.
Proefopzet – metingen – feedback
In het project werd het vang- en laadproces van zeven koppels leghennen en twaalf koppels vleeskippen opgevolgd. Bij de leghennen werd bij elk van die koppels ca. 3.000 leghennen RECHT en ca. 3.000 leghennen CONV gevangen in dezelfde stal door dezelfde vangers. Bij de vleeskippen waren dit telkens 5.000 dieren, ook in dezelfde stal en met dezelfde vangploeg. Bij drie van de twaalf koppels vleeskuikens werd bijkomend een deel MACH gevangen. Net voor de start werd telkens een korte opleiding voorzien voor de vangploeg. Zowel op het bedrijf als in het slachthuis werden diverse parameters opgevolgd. Net na het vangen werd de vangploeg/ploegbaas gevraagd naar zijn bevindingen. Deze werden ook opgenomen in het eindrapport.
Resultaten bedrijf
Een eerste opvallende waarneming is de fixatietijd, de tijd vanaf het moment dat een kip wordt vastgenomen totdat ze in de verzamelcontainers wordt geplaatst. Bij CONV leghennen (tabel 1) bedroeg dit gemiddeld 20,3s t.o.v. 8,6s bij RECHT. Bij de CONV vleeskuikens (tabel 2) was dit gemiddeld 6,5s t.o.v. 3,3s bij RECHT.
Tabel 1: Vergelijking kosten en baten leghennen bij verschillende vangmethodes
Duidelijk verschillend waren ook de manuren die nodig zijn om 1.000 kippen te vangen. Gemiddeld zijn bij CONV leghennen (tabel 1) daarvoor 4,75 manuren nodig tegenover 8,17 manuren bij RECHT (1,8 keer meer dus). Voor 1.000 CONV vleeskippen (tabel 2) heeft men gemiddeld 1,09 manuren nodig, bij RECHT 1,69 manuren en bij MACH 0,50 manuren.
Daarnaast was ook de flapperfrequentie significant verschillend. Deze werd gescoord op een schaal van 1 tot 7 waarbij 1 staat voor niet flapperen en 7 voor heel veel flapperen. De scores bij CONV waren steeds hoger dan bij RECHT. Bij CONV leghennen (tabel 1) was dit gemiddeld 4,0 t.o.v. 1,9 bij RECHT; bij CONV vleeskuikens (tabel 2) gemiddeld 5,4 t.o.v. 2,0 bij RECHT. Het is logisch dat de RECHT dieren minder flapperen gezien het goed omklemmen van de vleugels een specifiek aandachtpunt was bij de vooraf gegeven opleiding m.b.t. correct RECHT vangen.
Tabel 2: Vergelijking kosten en baten vleeskuikens bij verschillende vangmethodes
De omgang met de dieren bleek ook significant verschillend tussen beide vangmethoden. Deze parameter werd gescoord op een schaal van 1 tot 7 waarbij 1 staat voor een zachte en 7 voor een ruwe omgang met de dieren. Er bleek ruwer te zijn omgegaan met de dieren bij CONV: bij CONV leghennen (tabel 1) was dit een gemiddelde score 4,4 t.o.v. een gemiddelde score 3,1 bij RECHT; bij CONV vleeskippen (tabel 2) was dit een gemiddelde score 4,4 t.o.v. een gemiddelde score 3,7 bij RECHT.
Verder werd ook opgemerkt dat de vangmethodes niet altijd correct werd uitgevoerd. Zo werd bij 22,4% van de RECHT vleeskuikens fouten gemaakt (vooral dan de handen niet rond de vleugels), tegenover slechts bij 0,4% van de CONV vleeskuikens. Bij de leghennen was het niét zo dat er bij de ene groep veel meer fouten werden gemaakt tegen de vangmethode dan bij de andere groep, maar er was wel te zien dat bij allebei de methodes veel fouten gemaakt werden, nl. 22,3% bij RECHT en 45,4% bij CONV. Regelmatig werden meer dan drie dieren per hand genomen bij CONV, wat als fout beschouwd wordt. Bij RECHT was ook het feit dat de handen niet rond de vleugels lagen de meest gemaakte fout bij leghennen.
Resultaten slachthuis
Naast het aantal DOA’s (dood bij aankomst in slachthuis) en het % afkeuringen werd in het slachthuis ook gekeken naar het % verwondingen, meer bepaald blauwe plekken (op vleugels, vleugeltip, borst of poten), gebroken vleugels en/of poten. Bij de leghennen werden in het slachthuis in totaal ca. 16.500 CONV leghennen gescoord en ca. 17.000 RECHT leghennen. Er was geen significant verschil te zien in gemiddeld % verwondingen (7,9% bij CONV en 7,1% bij RECHT) bij de leghennen. Meer in detail kon men wel een significant verschil vinden in % blauwe plekken op de vleugels (tabel 1). Deze waren meer aanwezig bij CONV (1,73%) dan bij RECHT leghennen (1,13%).
In het slachthuis werden ook metingen gedaan op ongeveer 45.000 CONV vleeskippen, ca. 45.000 RECHT vleeskippen en iets meer dan 12.000 MACH vleeskippen. Hier was wel een significant verschil te zien tussen de drie vangmethodes in gemiddeld aantal verwondingen. De laagste percentages waren te zien bij MACH (15,1%), gevolgd door RECHT (15,4%) en CONV (16,8%) (tabel 2).
Ergonomie
De bewegingen tijdens het vang- en laadproces werden onder de loep genomen door een expert ergonomie. Die besloot dat zowel CONV als RECHT te belastend zijn voor het lichaam. De uitgeoefende kracht van de hand en de rughouding werden wel iets beter beoordeeld bij RECHT vangen. De kippen worden volgens de ergonoom best zo dicht mogelijk bij het lichaam gehouden.
Bevraging vangploeg
Net na het vangen werd de vangploeg/ploegbaas ook om een reactie gevraagd. In totaal namen 29 “leghennenvangers” en 16 “vleeskuikenvangers” deel. Bij RECHT vleeskuikens werd meer pijn ervaren in onder- en bovenrug en de knieën. Bij de RECHT leghennen was dit vooral in de onderrug, knieën en nek. Bijna niemand gaf aan minder pijn te hebben bij de RECHT vangmethode. 90% van de leghennenvangers vond het RECHT vermoeiender tot sterk vermoeiender. Een gelijkaardig resultaat werd bekomen bij vleeskuikenvangers waarbij zo’n 87% RECHT als vermoeiender tot sterk vermoeiender ervaarde. In volièresystemen vinden de vangers het meer onveilig wanneer RECHT gevangen moet worden. Bij CONV kunnen ze zich nog met één arm aan het systeem vasthouden, maar bij RECHT hebben ze beide armen nodig om de dieren te fixeren waardoor hun arbeidsveiligheid gereduceerd wordt.
Kostprijs
Er werd door het onderzoekersteam een kostprijs berekend voor het vangen van een stal met 20.000 dieren (zowel leghennen als vleeskuikens) op basis van de waarnemingen tijdens het project in de stal. Voor een stal van 20.000 leghennen zou dit komen op een ingeschatte prijs van 4.506 euro voor CONV en op 7.984 euro voor RECHT (tabel 1). Dit betekent een meerprijs van 3.478 euro (of 1,8 keer meer) voor RECHT dan voor CONV. Gesteld dat een leghen 360 eieren in haar leven legt, komt dit neer op een meerkost per ei van 0,05 cent.
Dezelfde oefening werd ook gemaakt bij de vleeskuikens. Daar bekomt men voor het laden van 20.000 vleeskuikens een prijs van 1.242 euro bij CONV, 1.880 euro bij RECHT (1,5 keer meer) en 1.570 euro bij MACH (1,3 keer meer) (tabel 2). Verrekend per kg levend gewicht komt men op een meerkost van 0,012 euro voor RECHT t.o.v. CONV; een meerkost van 0,006 euro bij MACH t.o.v. CONV; en een meerkost van 0,006 euro voor RECHT t.o.v. MACH.
Zowel bij vleeskuikens als leghennen is het duidelijk dat het vang- en laadproces langer zal duren bij RECHT t.o.v. CONV wanneer men met hetzelfde aantal vangers werkt. Men zou dit kunnen oplossen door meer vangers in te zetten, al is de vraag hierbij hoe je dan een goede en vlotte organisatie regelt van een groter team. Tijdens het panelgesprek op de studienamiddag gaven de vangploegen aan dat het een grote uitdaging zal zijn om extra personeel te vinden.
Besluit
Rechtop vangen zorgt voor een aantal verbeteringen in dierenwelzijn t.o.v. conventioneel vangen. Zo zijn er minder blauwe plekken te zien op de vleugels bij rechtop vangen (bij leghennen) en is de fixatieduur ook korter. Het totale vangproces duurt wel langer bij eenzelfde aantal vangers. In het slachthuis werden bij de vleeskuikens de minste verwondingen gezien bij het machinaal vangen, de meeste bij het conventioneel vangen.
Doordat het vangproces langer duurt, is de berekende kostprijs voor het rechtop laden van leghennen 1,8 keer hoger dan bij conventioneel laden. Bij vleeskuikens is dit 1,5 keer zo duur. Een expert ergonomie beschouwde beide methodes als te belastend voor het lichaam, al ervaarden de vangers zelf vooral het rechtop vangen als vermoeiender en meer belastend. Ze gaven verder ook aan dat hun arbeidsveiligheid daalt bij het rechtop vangen in volièresystemen.
Bron: ILVO Vlaanderen