Vorig jaar heeft de NVP (Nederlandse Vakbond Pluimveehouders) het besluit genomen de deelname aan het Convenant Dierwaardige Veehouderij op te schorten. Dit is een beslissing waar grote steun onder de pluimveehouders voor is, bleek op de informatieavond hierover.
Nadat de Eerste en Tweede Kamer de gerepareerde Wet Dieren heeft aangenomen heeft de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders overwogen weer aan te sluiten bij de gesprekken om te komen tot het Convenant Dierwaardige Veehouderij. Toch heeft na het lezen van de Kamerbrief en een gesprek met voorzitter Roest en andere deelnemers het landelijk bestuur besloten om deelname niet te hervatten.
Deze beslissing kent een aantal grondslagen die voor onze leden van belang zijn. Uiteraard kun je bij het instappen in een lopend proces niet gaan onderhandelen over reeds overeengekomen punten. Wat er dan al is overeengekomen zonder de eigen inbreng kan niet gewijzigd worden. Pas aan het eind van de onderhandelingen zouden de leden een ja of nee kunnen geven op het resultaat.
Consument betaalt voor dierenwelzijn
Ook is het zo dat de Nederlandse pluimveehouderij al dierwaardig is volgens de zes principes, zoals opgesteld door de Raad voor Dieraangelegenheden. Elke gewenste maatregel die ten goede zou moeten komen aan dierwelzijn zullen consumenten dan ook moeten betalen.
De manier zoals voorgesteld door de demissionair Minister Adema is voor de NVP geen begaanbare weg. In eerste instantie zal de markt namelijk extra investeringen door pluimveehouders misschien vergoeden. Op termijn zal dit in de wetgeving kunnen worden vastgelegd. Maar zodra de wettelijke plicht er is, vervalt de noodzaak tot extra betalen vanuit de markt. De meerkosten komen dan opnieuw uitsluitend op het boerenerf terecht. Deze kostprijsverhoging ondergraaft ook de concurrentiepositie, daar producten met lagere standaarden wel geïmporteerd en verkocht mogen worden.
Koplopers met financiële uitdagingen
Bovenstaande geldt ook voor producten van binnen de Europese Unie, daar deze maatregelen en meerkosten uitsluitend een nationaal karakter hebben. Uiteraard heeft dit ook nadelige gevolgen voor onze exportpositie naar onze buurlanden. De NVP ziet dagelijks de voorbeelden van boeren die koploper zijn in hogere productiestandaarden, maar het financieel niet meer kunnen bolwerken.
In het licht van de wens, zoals omschreven in het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe regering, om te komen tot een ‘level playing field’, leidt dit convenant opnieuw tot een nationale kop op EU-wetgeving. De NVP wenst daarom de deelnemers succes om te komen tot evenwichtig en gedragen convenant. Toch ziet het zelf geen opgave voor de al dierwaardige pluimveehouderij.
Bron: NVP