In Europa is er meer vraag naar pluimveevlees. Al staat de markt voor concepten onder druk door meer vraag naar reguliere kip. Concurrentie komt vanuit Oost-Europa, vooral Oekraïne. Aan de andere kant blijft de Nederlandse export van kip binnen Europa goed. Welke invloed hebben de licht gedaalde voerprijzen? En kunnen vogelgriepuitbraken nog voor opschudding zorgen?
Prijzen van vleeskuikens stabiel, voerprijzen dalen
De Europese markt voor pluimveevlees stond de afgelopen maanden onder lichte druk (zie figuur 1). Door een mindere vraag in de zomer daalde de prijs voor vleeskuikens. We verwachten dat de consumptie van vlees in Europa dit jaar daalt, vooral door een teruglopend aanbod van varkens- en rundvlees. Alleen pluimveevlees zal dit jaar groeien, naar verwachting rond de 1%. Dit is lager dan het lange termijn gemiddelde. De komende maanden neemt de vraag seizoensmatig ook verder toe, wat gunstig is voor het prijsniveau in de markt. Varkens- en rundvlees blijven relatief duur.
Figuur 1: prijsontwikkeling Nederlandse vleeskuikens versus voer- en broedeierenprijs
De belangrijkste reden van aanhoudend relatief hoge prijzen is de beperkte productiegroei in Europa. Dat is inclusief het lagere aanbod in Nederland door de invoering van concepten, waardoor er in ons land 17% minder kippen worden geslacht dan in 2019. De Nederlandse retail is als enige in Europa compleet overgestapt naar langzaam groeiende kipconcepten met minimaal 1 ster van het Beter Leven keurmerk. Slachterijen voelen wel in toenemende mate concurrentie van groeiende import van verse kip uit Oekraïne. Dit raakt specifiek het segment van de markt dat levert aan groothandels, horeca en verwerkers.
Door het dalende aanbod van kippen uit Nederland, is de import van levende kippen in de eerste helft van 2023 weer toegenomen met 8% tot 220.000 ton. Dit kwam vooral door een sterk herstel in aanbod vanuit Duitsland met 25% tot 180.000 ton. Positief is dat de kostprijs van zowel voer, gas en elektriciteit de afgelopen maanden bleef dalen. Daarnaast liggen de voerprijzen zo’n 20% onder het niveau van vorig jaar maar zijn nog steeds historisch gezien hoog.
Kip in de supermarkten: minder volume, meer waarde
De vraag naar verse kip vanuit de Nederlandse supermarkten is over de periode januari-juli gedaald met 9% in vergelijking met vorig jaar. De introductie van de duurdere kip met het 1 ster Beter Leven keurmerk en de nog steeds hoge voerkosten spelen daarbij een rol. Door de hogere prijzen van verse kip is de afzet in euro’s gemeten in het supermarktsegment wel fors gestegen, met 11%.
Het volume van kip is harder gedaald (-9%) dan dat van varkens- en rundvlees (-4%) en vleesvervangers (-1%). Maar in waarde groeit het kipsegment sneller dan deze vleestypes. Alleen de vraag naar (verse) vis in de supermarkten daalde met 14% harder dan kip.
Tegenover deze daling staat een forse groei van de vraag naar gemaksproducten, kant-en-klaar maaltijden (vers en bevroren) en bevroren vlees- en kip snacks.
Export van kip vanuit Nederland blijft groeien, met name naar Duitsland
De export van verse en bevroren kip vanuit Nederland is in het eerste halfjaar licht gegroeid met 0,4% tot 670.000 ton. De export naar Duitsland, de belangrijkste exportmarkt, is met 3% gestegen tot 190.000 ton. De export naar het Verenigd Koninkrijk (VK) is licht gedaald met 1% tot 90.000 ton. Frankrijk wordt een steeds belangrijkere exportmarkt. In het vers en bevroren segment is het land in volume, met een uitvoer van 83.000 ton, al bijna even groot als het VK, zeker na de 6% verdere groei dit jaar. Export naar landen buiten Europa staat verder onder druk. Naar Zuid-Afrika was niet mogelijk door vogelgriep, terwijl de export naar Ghana en Congo met meer dan 20% daalde door slechtere economische omstandigheden en meer concurrentie uit de Verenigde Staten (VS) en Brazilië. De sector heeft tot nu toe geen andere significante exportregio’s gezien om deze markten te vervangen.
Figuur 2: export van pluimveevlees vanuit Nederland
De export van verwerkte kip is tussen januari en mei 2023 met 2% gestegen tot 75.000 ton in vergelijking met 2022. Export naar de drie belangrijkste markten Duitsland, het VK en België was sterk, terwijl de export van verwerkte kip naar Zuid-Europese landen onder druk stond.
Aanbod van pluimveevlees aanhoudend krap, dalingen in Nederland en Spanje
Een belangrijke reden van de aanhoudend hoge prijzen voor vleeskuikens is de beperkte groei in productie in Europa (zie figuur 3). In de eerste helft van 2023 is de productie van kuikenvlees maar met 0,5% gegroeid ten opzichte van het niveau van 2019. Terwijl de productie van kalkoen in Europa 13% onder het niveau van 2019 lag en die van eend zelfs 38% lager. De forse dalingen in productie van kalkoen en eend komen vooral door de hoge voerkosten, vogelgriep en het na-effect van de coronapandemie. In 2020 en 2021 zijn deze sectoren hard geraakt door de impact van lockdowns, waardoor de export van pekingeend nagenoeg stil viel en veel producenten hun productie fors afschaalden.
Figuur 3: aanbod van pluimveevlees in Europese markt
De productie van kip is in Nederland gedaald met 17% en in Spanje met 5% ten opzichte van 2019, terwijl de productie in belangrijke exportlanden voor Nederland is gestegen, met 5% in Duitsland en 7% in het VK. De Franse pluimveesector is fors getroffen door vogelgriep en heeft daardoor niet kunnen groeien. Normaal gesproken daalt de productie in de winter en herstelt deze in de zomer. Dit zien we nu ook in de stijgende export van kip vanuit Nederland naar Frankrijk.
Meer invloed door hogere import uit Brazilië en Oekraïne
De totale import van pluimveevlees in Europa heeft in het eerste half jaar een forse groei doorgemaakt van 6% tot 440.000 ton (zie figuur 4). Deze groei is bijzonder omdat de import vanuit het VK, traditioneel een belangrijke exporteur naar de EU, gehalveerd is naar slechts 60.000 ton. Britse handelaren waren traditioneel belangrijke importeurs van kip in de EU. Kip die of direct weer verhandeld werd in de EU of eerst verwerkt werd en daarna verhandeld. Daarnaast werden ook veel delen, zoals karkassen, verhandeld naar de EU-lidstaten om daar verwerkt te worden. Deze stromen vanuit het VK zijn nagenoeg stil komen te liggen, vooral door meer administratie, hogere kosten en doorvoerbeperkingen.
Figuur 4: import van pluimveevlees in Europa per kwartaal
De groei van import in de EU komt vooral door de forse stijging van kip uit Oekraïne: van 60.000 ton in de eerste helft van 2022 naar 115.000 ton in dezelfde periode in 2023. Om het land te steunen tijdens de oorlog, heeft Oekraïne nu onbeperkt toegang tot de EU-markt. Dit heeft forse impact op de EU-markt omdat, in tegenstelling tot import uit andere landen, het hier gaat om import van verse kipfilet en borstvleesproducten. Dit voelt vooral de EU-markt voor borstvlees richting de groothandels, horeca en verwerking.
Ook de import vanuit China en Thailand stijgt. Vanuit Thailand vooral gezouten kipfilet terwijl verwerkte kip lastiger was af te zetten in de EU. Brazilië heeft zijn hoge exportniveau naar de EU weten vast te houden.
Nederland is de belangrijkste importeur van pluimveevlees buiten de EU en ook een van de grootste importmarkten voor kip binnen de EU. Producten worden deels hier verkocht maar ook voor een groot deel verwerkt in Nederland en verder verhandeld binnen Europa.
“De Nederlandse import van pluimveevlees is in het eerste half jaar van 2023 fors gestegen met 12% tot 430.000 ton”
De Nederlandse import van pluimveevlees is in het eerste half jaar van 2023 fors gestegen met 12% tot 430.000 ton. Dit komt vooral door een sterke groei van import uit Duitsland met 35% tot 140.000 ton en een verdubbelde import uit Oekraïne tot 52.000 ton. De groei van import uit Polen van de laatste jaren is hierdoor wat achtergebleven, met 2% tot 82.000 ton ten opzichte van de groei uit Duitsland en Oekraïne. De invoer van verwerkte kipproducten in Nederland toont in lijn met de internationale trend een daling van 3% tot 92.000 ton. Ook de EU-aanvoer vanuit Duitsland, België en Polen blijft groeien, terwijl er minder import is uit Thailand en Brazilië. De import van gezouten kipfilet is in de eerste helft van 2023 licht gestegen met 1% tot 92.000 ton, met name door forse groei in import uit Thailand.
Voerprijs daalt verder
Voerprijzen zijn sinds het eerste kwartaal van 2023 met ruim 15% gedaald en liggen nu meer dan 20% onder het niveau van 2022 (zie figuur 5). De belangrijkste oorzaken zijn de goede oogst van zowel soja als maïs in Brazilië, een uitstekende maïsoogst in de VS en tegenvallende vraag naar granen en oliezaden, met name vanuit China. Hierdoor is er weer wat ruimte voor herstel van voorraden in de wereldmarkt voor maïs.
De prijs voor soja is na een forse daling in het afgelopen jaar door het goede Braziliaanse aanbod, en met name door droogte in de VS in de typische maïsproductiegebieden, wat gestabiliseerd. De prijs voor tarwe is de afgelopen maanden verder gedaald, ondanks de onrust vanwege de afhankelijkheid van het aanbod uit het Zwarte Zeegebied in Oekraïne en Rusland. De door Rusland beëindigde graancorridor heeft niet geleid tot hogere prijzen. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de weer historisch hoge oogstverwachtingen voor tarwe in Rusland en daarbij stijgende export. Het aanbod van granen in de EU zal dit jaar naar verwachting volgens de Europese Commissie met 2,4% stijgen naar 270 miljoen ton. Al is dit 3% lager dan het lange termijn gemiddelde. Het aanbod van tarwe is redelijk stabiel met 126 miljoen ton. Het aanbod van maïs herstelt met 18% naar 62 miljoen ton na het door droogte geteisterde jaar 2022.
Figuur 5: vooruitzichten voor prijzen tarwe, maïs en sojaboon op de wereldmarkt
In de komende periode na het oogstseizoen verschuift de aandacht voor de agrarische grondstofmarkten van het noordelijk halfrond naar het zuidelijk halfrond. Dit betekent vaak meer regen in Oost-Afrika en Noord-Amerika en droogte in Australië en delen van Azië. We verwachten niet dat dit zo’n sterke impact heeft dat de prijzen weer stijgen in plaats van dalen. De vraag naar grondstoffen vanuit China blijft nog steeds relatief laag, terwijl het verwachte licht dalende aanbod tarwe in Australië opgevangen kan worden door met name Argentinië. Ook de voorraden van maïs zijn inmiddels zo hersteld dat we verwachten dat deze prijzen nog verder zullen dalen.
Verwachting 2023/2024: markt blijft in balans maar onder druk op bulksegment
De vooruitzichten voor de Nederlandse pluimveevleesmarkt blijven goed. In de herfst en wintermaanden is er over het algemeen veel vraag naar kip. Al is er volgens cijfers bij broederijen en slachterijen weinig groei in productie. Dit is een goede indicatie dat de markt ook de komende maanden in balans kan blijven. Voerprijzen zijn de afgelopen maanden fors gedaald maar nog steeds historisch hoog. Er lijkt nog beperkte ruimte te zijn voor verdere daling maar niet zoveel als in de afgelopen maanden.
We verwachten dat de druk in het bulksegment van de markt blijft aanhouden door een verwachte verdere groei van import vanuit Oekraïne en opschaling van productie in Polen.
De markt blijft gericht op prijs, waarbij zowel consumenten als klanten uit retail, groothandel en foodservice kosten proberen te beperken. Dit heeft invloed op de vraag naar producten. Duurdere producten, concepten en afzetkanalen staan onder druk, terwijl lager geprijsde producten aantrekkelijker worden. Dit kan leiden tot verschuivingen in product aankopen.
“Op Europees niveau is er druk op de conceptmarkten, na jaren van snelle groei. Consumenten kopen, als ze kunnen, weer meer normale kipproducten om kosten te besparen.”
Positief voor kip is dat varkensvlees op dit moment duur is door een 5% daling in productie en zeer krappe marktomstandigheden. Hierdoor is de prijspositie van kip ten opzichte van varkensvlees, maar ook ten opzichte van rundvlees gunstig. Rundvlees is namelijk standaard relatief duur en het aanbod is ook internationaal krap. Op Europees niveau is er druk op de conceptmarkten, na jaren van snelle groei. Consumenten kopen, als ze kunnen, weer meer normale kipproducten om kosten te besparen.
We verwachten dat de prijzen van donkervlees delen ook relatief hoog blijven ten opzichte van borstvlees. Dit komt aan de ene kant door toegenomen vraag naar bijvoorbeeld kippendijen en -vleugels en door betere prijzen op de wereldmarkt voor kippenpoten en kippenvoeten. Aan de andere kant komt het door meer vraag voor goedkopere delen, omdat consumenten kosten besparen in economisch moeilijkere tijden. De druk op de prijs van borstvlees blijft naar verwachting nog bestaan door het hogere aanbod van Polen en Oekraïne.
De belangrijkste factor die de vooruitzichten sterk kan veranderen is een mogelijke uitbraak van vogelgriep in de pluimveesector in Brazilië. Specifiek in een van de zuidelijke staten of in een ander exportland zoals Oekraïne. Als dit het geval is, en een van deze staten beperkingen opgelegd krijgt in de EU of andere importmarkten in Azië of het Midden-Oosten, dan zal dit een opwaarts prijseffect hebben op de Europese markt voor borstvlees. Of op de internationale markten voor hele kip, kippenvleugels en kippenvoeten. Dit zou opeens leiden tot exportkansen voor de EU van deze producten en daardoor indirect de prijs kunnen opdrijven.
Vooruitzichten Nederlandse vleeskuikenhouders
Voor de Nederlandse vleeskuikenhouders zijn de vooruitzichten gunstig in lijn met bovenstaande. Het blijft vooralsnog afwachten welke impact de beëindigingsregelingen gaan hebben op de keten van pluimveevlees in Nederland. Vergunningverlening ligt nu nagenoeg stil waardoor de daling van productie nog niet is gestopt. De concurrentiekracht van de keten kan hierdoor worden aangetast. De sector zelf zal moeten nadenken hoe hiermee om te gaan. Voor de individuele pluimveehouder is het goed deze ontwikkelingen nauwgezet te volgen. De huidige bovengemiddelde marktomstandigheden kunnen gebruikt worden om het eigen bedrijf verder te verduurzamen, onder andere door na te denken over duurzame energieopwekking en/of opslag en het verlagen van emissies.
Bron: Rabobank