De markt voor vleeskuikens heeft, binnen en buiten Europa, te maken met blijvende uitdagingen voor 2021. Naast de verwachte schommelingen in opbrengstprijzen en voerkosten neemt de druk om te veranderen toe door maatschappelijke ontwikkelingen. Het is niet de vraag of er keuzes gemaakt moeten worden, maar welke.
Neerwaartse trend
In 2020 lag het aantal slachtingen van vleeskuikens bijna iedere maand boven het niveau van 2019 (zie figuur 1). Dit terwijl de consumptie juist met 3% is gedaald. De belangrijkste oorzaak van de daling is de sluiting van onder andere horeca en restaurants (foodservice) en uitstel van feesten, concerten en reizen door de coronamaatregelen in de meeste Europese landen. De gestegen verkoop van producten via supermarkten heeft dit maar deels gecompenseerd. Door het structurele overaanbod zien we sinds de zomer van 2020 een neerwaartse trend in de opbrengstprijzen in Europa.
Voerkosten enorm gestegen
In het eerste kwartaal van 2021 zien we licht herstel in de opbrengstprijzen van vleeskuikens. Dat is vooral te danken aan een minder groot aanbod. Begin maart lagen de prijzen 5% boven het niveau van 2020. Maar deze herstellende opbrengstprijzen zijn niet voldoende om de gestegen voerkosten te compenseren. In februari lagen de voerprijzen namelijk gemiddeld 15% hoger dan in 2020. Dit terwijl de gemiddelde opbrengstprijs in die periode 4% hoger lag. Dit laat zien hoe lastig de marktsituatie voor pluimveevlees is.
Export
Door de tweede en derde coronagolf blijft de verkoop via foodservice voorlopig onder druk staan. In december zijn er al minder producten op de markt gebracht, maar dat herstelt het rendement niet volledig. Daarnaast is de prijs van borstvlees weliswaar opgelopen, maar juist de donkere delen (poten en vleugels) brengen minder op door exportrestricties door uitbraken van de vogelgriep in heel Europa. De export vanuit Europa in 2021 is met 5% gedaald door deze verschillende ontwikkelingen.
Perspectief op herstel in 2021
Het vooruitzicht voor de vleeskuikenmarkt in 2021 blijft uitdagend. De hoop is dan ook gevestigd op een succesvol vaccinatieprogramma. Dat moet de ruimte geven om afzet in foodservice weer te laten stijgen naar het niveau van voor de coronacrisis. We verwachten dat dit niet eerder zal zijn dan de zomer van 2021. Tot die tijd is een gematigd aanbod van pluimveeproducten noodzakelijk om een goede prijsvorming te krijgen. Dit is een manier om tegenwicht te bieden aan de lagere vraag naar producten, de hogere voerprijzen en beperkte exportmogelijkheden door de belemmeringen.
Voerprijzen blijven in 2021 bovengemiddeld
Voer is met 70% veruit het duurste onderdeel van de productie van vleeskuikens. In de laatste maanden van 2020 is de prijs van de belangrijkste veevoergrondstoffen sojameel, maïs en tarwe sterk gestegen. Wij verwachten dat de gemiddelde prijs van deze grondstoffen dit jaar in die volgorde 35%, 42% en 19% hoger liggen dan in 2020. Hiervoor zijn verschillende redenen, maar het komt erop neer dat de vraag stijgt en het aanbod afneemt. Weersinvloeden in Rusland en de Verenigde Staten (VS) zijn bijvoorbeeld een uitdaging voor tarwe. Daarnaast beperken lagere voorraden in de VS het aanbod van maïs en bepaalt de vraag vanuit China momenteel de prijs van soja.
Structuur Nederlandse vleeskuikensector verandert
Door de coronacrisis zijn rondom voedselproductie verschillende thema’s belangrijker geworden. Bijvoorbeeld; gezonde voeding, kortere ketens, transparantie, digitalisering, verduurzaming en lokaal. Dit raakt ook de Nederlandse vleeskuikenhouderij. Maar de belangrijkste versneller van verandering in de vleeskuikens in 2020 is de noodgedwongen sluiting van twee slachterijen in Nederland. Dit heeft geleidt tot overnames en vergaande vormen van samenwerking binnen de keten tussen broederij, slachterij en voerfabrikant. Keuzevrijheid van pluimveehouders tussen verschillende toeleveranciers en afnemers wordt in de toekomst beperkter.
Beter Leven Keurmerk
Daarnaast is er pas geleden een belangrijke beweging ingezet omdat Albert Heijn in Nederland vanaf 2023 alleen nog pluimveevlees met minimaal één ster van het Beter Leven Keurmerk aanbiedt. Daarnaast gelden voor dat programma nog andere voorwaarden zoals volledig circulaire mestverwerking en zelfvoorzienend in stroom vanaf 2025. We verwachten dat meerdere retailers een vergelijkbare keuze maken. Inmiddels heeft Lidl deze keuze al aangekondigd. Daarnaast sluiten meer en meer afnemers van pluimveevlees zich aan bij het Europese Chicken Commitment (ECC).
Europese Chicken Commitment
De rode draad van het ECC is een lagere stalbezetting, daglicht en trager groeiende kuikens. Deze bewegingen hebben meerdere consequenties; vleeskuikenhouders moeten investeren in overdekte uitloop als zij willen dat hun product het Beter Leven Keurmerk krijgt. Daarnaast vragen de overige eisen ook aanvullende investeringen; het aanbod van pluimveevlees in Nederland zal op termijn afnemen doordat de productie per vierkante meter staloppervlak afneemt; broederijen, slachterijen en voerfabrikanten zien hun aanvoer dan wel afzetmogelijkheden afnemen; ketens zullen nog verder consolideren (samenwerkingen en overnames) om vraag en aanbod goed op elkaar aan te laten sluiten.
Vraaggestuurd produceren vraagt om keuzes
Na de coronacrisis verwachten we herstel van de vraag naar pluimveevlees. Deze vraag zal de komende jaren geleidelijk doorgroeien. Tegelijkertijd verwachten we meer consolidatie en verduurzaming van de vleeskuikenhouderij. Kortom; de markt is in beweging en vraagt om keuzes. Stap je als ondernemer bijvoorbeeld over van productie voor de West-Europese versmarkt naar alleen voor de Nederlandse retail?
Ondernemers in een geconsolideerde keten krijgen minder keuzes dan ondernemers in een op export georiënteerde keten. De belangrijkste vraag is of je je hier als ondernemer in thuis voelt. En of je vertrouwen hebt in de bestendigheid van jouw markt. Een bewuste keuze verstevigt het toekomstperspectief van je bedrijf.
Bron: Rabobank