Tachtig procent van de Nederlandse supermarkten wil vanaf 2023 alleen nog maar kip met het Beter Leven 1 ster verkopen. Reguliere vleeskuikenhouders die niet overgeleverd willen worden aan de grillen van de mondiale markt en die de mogelijkheden hebben, zullen hierop moeten anticiperen. Dit betekent onder anderen flink investeren in de huisvesting. Wat zijn de gevolgen voor uw rendement?
De belangrijkste verschillen tussen reguliere vleeskuikens en Beter Leven 1 ster-kuikens zijn het ras, de slachtleeftijd, het aantal kilogram per vierkante meter, de aanwezigheid van een overdekte uitloop, aanwezigheid van daglicht en het gebruik van stro en graan in de stal. In Tabel 1 zijn de exacte verschillen die op het vleeskuikenbedrijf van invloed zijn uitgelicht.
Regulier | Beter Leven 1 Ster | |
Maximale groei (gram per dag) | Geen eis | 45 |
Minimale slachtleeftijd (dagen) | Geen eis | 56 |
Maximaal aantal dieren /vierkante meter | Geen eis | 12 |
Maximum gewicht (kilogram)/ vierkante meter | 33, 39 of 42 | 25 |
Overdekte uitloop | Geen eis | Ja, minimaal 20 procent van het staloppervlak |
Daglicht | Geen eis | Drie procent van het staloppervlak |
Donkerperiode | Zes uur, waarvan vier aaneengesloten | Acht uur aaneengesloten |
Verrijking | Geen eis | vanaf dag acht 1 hooi/stro/luzernebaal per duizend dieren, vanaf dag 15 dagelijks graan/voer strooien |
Early feeding/uitkomst in de stal | Geen eis | Geen eis, wel bij Beter Leven 1 Ster bij Albert Heijn |
Tussentijds uitladen | Toegestaan | Niet toegestaan |
Transportduur | Geen eis | Maximaal drie uur |
Kostprijs minimaal 42 procent hoger
Niet ieder vleeskuikenbedrijf is geschikt om over te schakelen naar Beter Leven 1 ster. Zo heeft bijvoorbeeld niet iedere vleeskuikenhouder ruimte voor een overdekte uitloop naast of tussen de stallen. Maar het gaat bij overschakelen niet alleen om fysieke ruimte. Ook financieel moet er ruimte zijn. Pluimvee-econoom Peter van Horne van Wageningen UR maakte in opdracht van NOP/LTO en de NVP een kostprijsberekening voor Beter Leven 1 ster vleeskuikens in vergelijking met reguliere vleeskuikens.
Als de investeringen over tien jaar worden afgeschreven, ligt de kostprijs van Beter Leven 1 Ster-kuikens in zijn berekeningen 42 procent hoger. Schrijft de pluimveehouder de investering in vijf jaar af, dan ligt de kostprijs 46 procent hoger. Uitgedrukt per kilogram groei praten we dan over 39,5 respectievelijk 43,6 cent, inclusief arbeidskosten. De kosten voortkomend uit de investeringen in de huisvesting hebben hier een aandeel van 18,7 cent respectievelijk 23,3 cent in. Daarnaast heeft de aangepaste huisvesting door extra verwarming en ventilatie invloed op de overige variabele kosten. In Tabel 2 een vergelijking van de kostprijs van Beter Leven 1 ster-kuikens ten opzicht van de huidige reguliere vleeskuikens.
Regulier | Beter Leven 1 Ster, afschrijving 10 jaar | Beter Leven 1 Ster, afschrijving 5 jaar | |
Voerkosten | 58,9 | 72,2 | 72,2 |
Kuikenkosten | 14,0 | 15,0 | 15,0 |
Overige variabele kosten | 10,3 | 16,4 | 16,4 |
Algemene kosten | 1,3 | 2,8 | 2,8 |
Vaste kosten | |||
Stal en inventaris | 6,3 | 12,8 | 12,8 |
Overdekte uitloop | 4,8 | 8,6 | |
Daglicht | 1,1 | 1,9 | |
Arbeidskosten ondernemer | 4,2 | 9,4 | 9,4 |
Totale kosten, exclusief arbeid | 90,7 | 125,0 | 129,1 |
Totale kosten, inclusief arbeid* | 94,9 | 134,4 | 138,5 |
*Vergoeding arbeid en bedrijfsleiding volgens norm € 67.750 (bruto). In de berekeningen is uitgegaan dat de hoeveelheid arbeid hetzelfde blijft, hoewel er bij de Beter Leven 1 ster-kuikens per bedrijf minder dieren zijn om voor te zorgen.
Flink investeren in huisvesting
De vaste kosten van de huisvesting zijn in bovenstaande tabel weergegeven onder ‘Stal en inventaris’, Overdekte uitloop en Daglicht. De kosten voor stal en inventaris zijn per dier hoger, omdat er minder kuikens per vierkante meter worden gehouden. Bij Beter Leven 1 ster is het maximum aantal dieren per vierkante meter namelijk twaalf in plaats van de gemiddeld achttien voor reguliere vleeskuikens. Deze kosten blijven dus gelijk, maar moeten over minder dieren worden afgeschreven.
De overdekte uitloop is een nieuwe kostenpost. Deze Wintergarten moet minimaal twintig procent van het van het totale staloppervlakte bedragen. Voor de kosten van de overdekte uitloop, inclusief afsluitbare uitloopopeningen in de wand van de stal, is Van Horne uitgegaan van driehonderd euro per vierkante meter. Een afwijking van vijftig euro per vierkante meter meer of minder betekent een afwijking van 0,8 cent per kilogram levend gewicht.
Het Beter Leven Keurmerk vraagt om minimaal twintig Lux daglicht in de stal. Hiervoor moet de stal daglichtdoorlatende oppervlaktes van tenminste drie procent van het grondoppervlak hebben. Dit kan via bijvoorbeeld lichtplaten, zijvensters of lichtkokers. Het aanbrengen van voorzieningen voor daglicht in de stal kost in de Wageningse berekeningen dertien euro per vierkante meter stal.
Energie- en kosten tikken ook aan
Naast de investeringen in uitloop en daglicht komen er uit de huisvesting nog andere kosten voort. Deze zijn in Tabel 2 ondergebracht onder ‘Overige variabele kosten’. Omdat er minder dieren in de stal leven, is er in de eerste periode meer energie nodig voor de verwarming, waardoor de verwarmingskosten per opgelegd kuiken in de berekeningen van Van Horne bijna verdubbelen (8,76 cent ten opzichte van 4,55 cent per opgelegd kuiken). Ook voor elektriciteit is er bijna een verdubbeling van de kosten. Voor reguliere kuikens rekent de econoom 2,55 cent per opgelegd kuiken. Voor de kuikens met 1 ster Beter Leven is dit ruim vier cent.
Volgens Van Horne komt dit doordat er meer ventilatie nodig is omdat de kuikens langer in de stal zitten en door de lagere bezetting. Hij waarschuwt hierbij ook dat supermarkten mogelijk eisen gaan stellen aan de duurzaamheid van de energie, wat ook weer effect heeft op de inkoopprijs daarvan. Het Beter Leven-keurmerk vereist bijstrooien van graan. Dit kost per kuiken circa twee cent. Aan strobalen in de stal is de vleeskuikenhouder 0,6 cent per kuiken kwijt. Vleeskuikenhouders die de stalreiniging uitbesteden, moeten rekenen op een ruime verdubbeling van de kosten daarvan.
Maak voor uzelf een afweging
Van Horne waarschuwt dat de kostprijsberekening per bedrijf flink kan verschillen. DE kostprijs bestaat niet, geeft hij aan. Voerconversie en prijzen voor eendagskuikens en voer verschillen per bedrijf. Ook factoren als beschikbare arbeid, de ruimte voor de uitloop, het verwarmingssysteem zijn op elk bedrijf verschillend. Bepaal of uw bedrijf geschikt is voor 1 Ster Beter Leven en bepaal op basis van de kostprijs of het aanbod dat uw voerleverancier en de slachterij u doen aantrekkelijk genoeg is. Neem daarbij ook in ogenschouw wat de toekomst van het reguliere vleeskuiken in Nederland is.
Met reguliere vleeskuikens blijft u afhankelijk van de wereldmarkt en moet u opboksen tegen landen als Polen en Oekraïne, waar de kostprijs een stuk lager ligt dan bij ons. Kijk ook alvast vooruit naar 2026. Dan stappen veel Europese afnemers zoals KFC, Nestlé en een aantal Belgische supermarkten over op de European Chicken Commitment-kip (ECC-kip). De eisen die aan de ECC-kip worden gesteld, komen qua rassen en licht in de buurt van de Beter Leven 1 ster-kip, maar investeren in een uitloop is hierbij niet nodig. Zo kunt u met minder inspanningen op termijn wellicht toch voor een kansrijke markt produceren. De periode tussen 2023 en 2026 kan dan echter onzeker zijn.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Archieffoto Pluimveekrant