Na de Europese herbeoordeling van werkzame stoffen zoals koper, zilver en in situ gegenereerd actief chloor uit natriumchloride, kunnen die over een aantal jaren ook in Nederland breder worden ingezet tegen legionella. Mits dat ook strookt met de Nederlandse drinkwaterwetgeving.
Voor de beheersing van legionella in drinkwaterleidingen en in koeltorens zijn in Nederland sinds februari 2010 biociden toegelaten op basis van koper en zilver en sinds 2012 ook voor in situ generatie van actief chloor uit natriumchloride. Omdat in Nederland aan het drinkwater zo min mogelijk stoffen mogen worden toegevoegd, is toepassing van biociden tegen legionella tot nu toe uitsluitend toegestaan in zogenoemde prioritaire inrichtingen. Dit zijn locaties met een aantoonbaar risico op legionellabesmetting zoals zwembaden, zorginstellingen, maar ook hotels, bungalowparken, campings of truckstops. Het College heeft nu besloten dat de beperking tot prioritaire inrichtingen kan vervallen.
Uitbreiding
De drie genoemde werkzame stoffen worden momenteel in de Europese Unie beoordeeld voor toepassing in drinkwaterdesinfectie (PT5). Na goedkeuring moeten de huidige Nederlandse toelatingen binnen drie jaar opnieuw zijn beoordeeld volgens de Europese regels, toelatinghouders moeten hiervoor een herregistratie onder de Europese Biocidenverordening (BPR) aanvragen. Daarbij zal de typisch Nederlandse beperking tot prioritaire inrichtingen vervallen, wat feitelijk neerkomt op een uitbreiding van de toelating omdat de huidige toelatingen niet zijn beoordeeld op gebruik buiten prioritaire inrichtingen. Tot het zover is, blijven de bestaande toelatingen van biociden met deze werkzame stoffen in stand.
Als toelatinghouders al vóór de verplichte herregistratie onder de Biocidenverordening een uitbreiding van hun huidige toelating willen, moeten ze daarvoor een uitbreidingsaanvraag indienen. Deze wordt dan beoordeeld op basis van de Nederlandse biocidenwetgeving (de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, Wgb) en op basis van de huidige inzichten en normen. Op grond van de eerdere beoordelingen is al wel duidelijk dat er voor sommige werkzame stoffen in de risicobeoordeling weinig ruimte is voor uitbreiding van de toelating onder de Wgb.
Herregistratie onder de BPR
De aanvraag tot herregistratie onder de Biocidenverordening kunnen toelatinghouders dan in principe bij elke Europese lidstaat indienen. Als een biocide daar is toegelaten, kunnen ze in Nederland een wederzijdse erkenning aanvragen. In Nederland moet de toepassing van desinfectiemiddelen in drinkwater wel altijd voldoen aan de Drinkwaterwetgeving, met name aan artikel 20 van de Drinkwaterregeling dat voorschrijft onder welke voorwaarden biociden gebruikt mogen worden bij de productie en distributie van drinkwater.
Bij een beoordeling en toelating onder de Biocidenverordening kan, als een biocide niet voldoet aan de toelatingscriteria, het maatschappelijk belang van een biocide meewegen om het desondanks toch toe te laten.
Bron: CTGB