Het kabinet neemt maatregelen om de uitstoot en neerslag van stikstof te verminderen, de natuur te herstellen en de vergunningverlening verder op gang te brengen. Het kabinet kiest samen met de provincies voor een gebiedsgerichte aanpak: per gebied effectieve (bron)maatregelen in kaart brengen en vervolgens uitvoeren.
Het kabinet is hiervoor bereid extra financiële middelen te reserveren. Tegelijkertijd krijgen overheden meer mogelijkheden om toestemming te verlenen voor projecten. Het kabinet verkent daarnaast of voor het einde van dit jaar een drempelwaarde kan worden ingevoerd. Ook salderen is binnenkort weer mogelijk.
Dat schrijft coördinerend minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer, in reactie op het eerste adviesrapport van het Adviescollege Stikstofproblematiek. De (bron)maatregelen die het kabinet neemt, hebben betrekking op landbouw, mobiliteit, industrie, gebouwde omgeving en natuur. Dat is nodig om de lucht schoner te maken, de natuur te herstellen en tegelijkertijd ook ruimte te creëren voor economische ontwikkelingen.
Minister Schouten: “In Nederland combineren we veel. We wonen, werken, leren, reizen en recreëren in een klein, welvarend land. Dat willen we behouden en doorgeven aan volgende generaties. We kampen met een stikstofprobleem dat onze luchtkwaliteit, onze natuur en ook onze vooruitgang en nieuwe projecten bedreigt. Dat brengt onzekerheid met zich mee bij inwoners, boeren en ondernemers. Makkelijke en snelle oplossingen zijn er niet, maar duidelijk is dat de uitstoot van stikstof omlaag moet. Het kabinet heeft en pakt de verantwoordelijkheid om hiervoor de juiste maatregelen te nemen.”
"Minister Schouten: 'Het is duidelijk dat de uitstoot van stikstof omlaag moet. Het kabinet heeft en pakt de verantwoordelijkheid om hiervoor de juiste maatregelen te nemen"'
Vergunningverlening
Het kabinet ziet de urgentie om snel stappen te zetten om de toestemmingverlening door overheden voor projecten en activiteiten verder te hervatten. Als er geen sprake is van stikstofdepositie, heeft een initiatiefnemer geen vergunning nodig in het kader van de Wet Natuurbescherming. De AERIUS-calculator maakt dit inzichtelijk. Aanvullend bieden aanpassingen binnen of buiten een project of locatie (intern en extern salderen) of de zogenaamde ADC-toets mogelijkheden om een vergunningaanvraag te onderbouwen. Om die toets succesvol te doorlopen moet er sprake zijn van het ontbreken van alternatieven, een dwingende reden van openbaar belang en moet de schade aan de natuur worden gecompenseer.
Een andere mogelijkheid voor toestemmingsverlening is de ecologische toets. Als hieruit blijkt dat er geen significant negatieve effecten zijn op Natura 2000-gebieden, kan de overheid toestemming verlenen. Dit geldt ook voor nieuwe projecten die slechts een tijdelijke stikstofdepositie hebben, zoals hernieuwbare energieprojecten. Voor 2020 wordt er een drempelwaarde verkend voor stikstofdepositie, zodat het vergunningsproces voor veel (kleine) activiteiten weer in gang kan worden gezet.
Gebiedsgerichte aanpak
De herkomst van stikstofdepositie verschilt flink per gebied. Dat vraagt om maatwerk. In lijn met het adviescollege onder leiding van Johan Remkes kiest het kabinet voor een gebiedsgerichte aanpak. Het kabinet zet samen met medeoverheden maatregelen slim en gericht in daar waar ze nodig zijn en het meeste effect hebben, onder meer door vrijwillige en warme sanering van boerenbedrijven, investeringen in innovaties voor boeren die willen blijven en gerichte snelheidsverlagingen daar waar het stikstofeffect heeft.
Landbouw en natuur
Voor de landbouw geldt dat het kabinet en provincies gebiedsgericht boeren gaan helpen die willen stoppen. Vrijwillige sanering is het uitgangspunt. Zogenoemde ‘piekbelasters’ in de omgeving van Natura 2000-gebieden komen het eerst in aanmerking voor deze slimme en warme sanering. Boeren die blijven, krijgen steun bij het investeren in nieuwe emissiearme stallen, wat ook het dierenwelzijn verbetert en helpt om de omslag naar kringlooplandbouw te maken. Andere investeringsmaatregelen die de stikstofuitstoot verlagen zijn het scheiden van urine en mest en voeraanpassingen.
Het kabinet wil fors investeren in direct natuurherstel, zoals de aanleg van bufferzones, extra ruimte voor natuurinclusieve landbouw en de aanleg van ‘klimaatbossen’. Ook verkent het kabinet met de provincies opties om 1.200 geplande herstelmaatregelen versneld uit te voeren, waaronder hydrologische herstelmaatregelen.
Mobiliteit en gebouwde omgeving
Het kabinet spant zich in voor een verdere verlaging van de emissies uit het verkeer, onder meer door in Brussel in te zetten op verdere aanscherping van Europese emissienormen voor nieuwe voertuigen. Nationaal wil het Rijk schonere voertuigen op de weg krijgen door fiscale stimulering van met name de aanschaf en het gebruik van elektrische auto’s – in lijn met het kabinetsstreven dat in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Tevens wordt met de partijen aan de mobiliteitstafel van het Klimaatakkoord bekeken hoe de maatregelen ten behoeve van voor de verduurzaming van vervoer en mobiliteit kunnen worden versneld.
Ook innovaties in de bouwsector leveren een bijdrage aan het vraagstuk. Elektrische bouwmachines en voertuigen, modulaire bouwtechnieken, en stikstoffilters zijn voorbeelden van ontwikkelingen die de stikstofuitstoot tijdens de bouwfase verminderen. Daarnaast zijn innovaties in deze sector belangrijk voor de concurrentiepositie van de Nederlandse economie en cruciaal om de komende jaren bij te dragen aan de doelen uit het Klimaatakkoord.
Bron: RVO