Diervoeder is in het algemeen veilig, omdat het stelsel van wetgeving, toezicht en private kwaliteitsborging werkt. Maar alertheid is nodig om te voorkomen dat ongeschikte stoffen in diervoeder terecht komen. Een verschuiving van stromen in de diervoederketen kan nieuwe risico’s in de keten met zich meebrengen. Dit is de belangrijkste conclusie in de integrale ketenanalyse diervoeder die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vandaag heeft gepubliceerd.
De NVWA heeft de keten – aanvoer, productie, handel en afzet – van producten die bestemd zijn voor diervoeder geanalyseerd. Deze integrale ketenanalyse levert een beeld op van de risico’s die zich in deze keten kunnen voordoen op het gebied van voedselveiligheid en diergezondheid.
Ruimte voor verbetering
In zijn algemeenheid geldt dat het stelsel van wetgeving, toezicht en private kwaliteitsborging werkt. Risico’s worden over het algemeen effectief beheerst. De sector heeft daarbij een hoge mate van zelfregulering. Private kwaliteitssystemen spelen hierbij een belangrijke rol. Meer dan 90% van de industriele productiebedrijven is aangesloten bij 1 of meer van deze systemen en bijna het volledige volume (95%) van diervoederafzet in Nederland wordt door middel van deze systemen beheerst.
Hoewel uit de ketenanalyse blijkt dat diervoeder in het algemeen veilig is, ziet de NVWA op een aantal punten nog wel risico’s. De NVWA verwacht dat de handel in grondstoffen voor diervoeder verschuift en complexer wordt. Door verschuiving van grondstofstromen kunnen nieuwe risico's voor de diervoederveiligheid en voedselveiligheid ontstaan. De verschillende stromen moeten bij vervoer en verwerking strikt gescheiden zijn om te voorkomen dat ongeschikte stoffen in diervoeder terechtkomen.
Bedrijven die in verschillende stromen tegelijk handelen op één bedrijfslocatie vormen daarbij een zwakke plek in de keten. Daarnaast geeft het voeren van meerdere bedrijfsactiviteiten binnen een bedrijf, zoals het verwerken en handelen in afval en vergistingsmateriaal gelegenheid voor fraude. e ketenpartijen in de diervoedersector en de NVWA deze ontwikkeling nauwlettend volgen. Traceerbaarheid van partijen grondstoffen en de borging van nieuwe risico’s van de grondstoffen zijn daarbij belangrijk om te kunnen ingrijpen als er iets mis blijkt te zijn met diervoeder.
Veehouders die zelf mengen
In de ketenanalyse komen ook de risico’s aan de orde die kunnen ontstaan bij veehouders die zelf voer mengen. Zelfmengers zijn primaire bedrijven die zelf voedermiddelen, toevoegingsmiddelen en/of voormengsels mengen tot een volledig of aanvullend diervoeder. Hierbij kunnen zowel voor voedselveiligheid als diergezondheid risico’s ontstaan door het gebruik van onveilige voedermiddelen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij onjuiste dosering of onjuist gebruik van diergeneesmiddelen of door het mengen van niet toegestane toevoegingsmiddelen doordiervoeder. De NVWA heeft onvoldoende zicht op de bedrijfsvoering van zelfmengers, ook omdat zij buiten de reguliere productiestromen en deels buiten de invloedsfeer van private kwaliteitssystemen vallen. De NVWA is inmiddels gestart met het in beeld brengen van de risicobeheersing door zelfmengers.
Fraudebewustzijn
Het is van belang dat de sector het fraudebewustzijn verder versterkt. Dit geldt ook voor laboratoria, die een belangrijke schakel zijn in het systeem dat de voeder- en voedselveiligheid waarborgt. Laboratoria die grondstoffen voor diervoeder aangeboden krijgen voor analyse moeten alert zijn op de meldplicht voor diervoeder. Voor de hele sector is het van belang dat de bestemming van partijen goed wordt vastgelegd en dat papieren nauwlettend worden gecontroleerd door afnemers.
Vervolg
De NVWA heeft het toezicht op de verwerking van rest- en schadepartijen inmiddels geïntensiveerd. De uitkomsten van deze ketenanalyse zijn de basis voor de inzet van de toezichtcapaciteit van de NVWA in de komende jaren. Daarbij heeft de sector de verantwoordelijkheid om de veiligheid van diervoeder te waarborgen en het is aan de NVWA om vervolgens goed toezicht uit te oefenen.