Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen voor energie, kunstmest en (veevoer)granen voor veel bedrijven in de land- en tuinbouw sterk gestegen. Dit is van invloed op de productiekosten van de bedrijven in de land- en tuinbouw. Er zijn grote inkomstenverschillen tussen bedrijven en sectoren in de mate waarin ze geconfronteerd worden met de hogere kosten.
Hoe daarin met bedrijfsvoering op ingespeeld kan worden of de mate waarin ze van de stijging in opbrengstprijzen kunnen profiteren. Dit staat in de tweede verkenning van Wageningen University & Research, opgesteld in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Wisselend beeld
Uit deze inventarisatie blijkt dat gemiddeld gesproken de gestegen kosten niet hoeven te leiden tot grote problemen op melkveebedrijven, op vleeskuikenbedrijven en op leghennenbedrijven die voor de vrije markt produceren. Voor een deel van de pluimveebedrijven en voor de varkenshouderijbedrijven stijgen de kosten harder dan de opbrengsten. Bij de akkerbouwbedrijven is de prijsvorming nog te ongewis om hierover uitspraken te kunnen doen. Voor de glastuinbouwbedrijven lijken de gestegen energiekosten niet gecompenseerd te gaan worden door gestegen opbrengsten.
Tweede verkenning
Deze tweede verkenning is een actualisatie van een eerste inventarisatie in april. Het onderzoek kijkt bijvoorbeeld naar kosten, opbrengstprijzen en de effecten op inkomens van bedrijven in vier agrarische sectoren, akkerbouw, melkveehouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij, in Nederland in de eerste zeven a acht maanden van 2022. Onderzoekers gebruiken hiervoor verschillende scenario-analyses: een basisvariant, een optimistische variant en een pessimistische variant. Voor de glastuinbouw is een andere aanpak gevolgd en zijn geen scenario’s doorgerekend. De reden is dat er geen actuele representatieve data zijn voor de onderbouwing van de energiekosten in de drie scenario’s. Juist de energiekosten zijn de grootste kostenpost op glastuinbouwbedrijven.
Prijsstijgingen
De stijging van de prijzen van mengvoer, kunstmest, loonwerk en energie zette al in 2021 in. Door de oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande sancties tegen Rusland en Belarus zijn de prijzen nog meer omhooggegaan. Ten opzichte van de gemiddelde prijs van 2021 stijgen de (berekende) voerprijzen in 2022 op jaarbasis met tussen de 28 en 39 procent, prijzen voor meststoffen met 105-172 procent, kosten voor loonwerk met 10 procent en elektriciteits- en aardgasprijzen met 114-121 rpocent. In de tuinbouw zijn de kosten van elektriciteit en aardgasprijzen ook afhankelijk van contractafspraken voor energielevering (afname en levering aan het net).
Opbrengstprijzen per sector
Voor de meeste producten zijn ook de (berekende) opbrengstprijzen in 2022 ten opzichte van het gemiddeld niveau van 2021 gestegen, in percentage variërend van 14 procent voor biggen tot 53 procent voor scharreleieren. Voor akkerbouwproducten kunnen geen berekende jaarprijzen worden gegeven, de prijsvorming van de gewassen van oogst 2022 is nog maar net begonnen en het verkoopseizoen loopt door tot en met de zomer van 2023.
Akkerbouw
Om de gestegen kosten te compenseren, is minimaal een stijging van de opbrengstprijzen van 10-20 procent nodig. Bij deze inschatting is niet gecorrigeerd voor de kg-opbrengsten van de gewassen, die in 2022 in veel gevallen lager zijn dan gemiddeld. De prijsvorming van de meeste akkerbouwproducten is onlangs begonnen. Omdat de verkoop van de producten van oogst 2022 doorloopt tot en met de zomer van 2023, is een juiste inschatting van de prijzen voor het gehele seizoen met te veel onzekerheid omgeven om daar op dit moment uitspraken over te doen.
Melkveehouderij
Voor de melkveehouderij is het beeld over het algemeen goed. Dit geldt in iets mindere mate voor de biologische melkveebedrijven. De stijging van de voer- en energieprijzen heeft ook behoorlijke invloed op de kosten van de biologische melkveebedrijven. Aan de inkomstenkant is de opbrengstprijs van biologische melk weliswaar gestegen, maar duidelijk minder dan de opbrengstprijs van gangbare melk.
Varkenshouderij
De prijsstijgingen zijn voor een groot deel van de bedrijven onvoldoende om de hogere kosten in alle van de onderzochte scenario’s te compenseren. Dit betekent dat als de prijzen op dit niveau blijven, de inkomens op het merendeel van de bedrijven verder in de min zullen komen.
Pluimveehouderij
De geraamde prijsstijgingen van eieren voor 2022 zijn voor pluimveehouders ruim voldoende om kostenstijgingen op te vangen. Bij leghennenbedrijven met uitloop en biologische leghennenbedrijven kan de situatie echter toch ongunstig zijn, omdat veel gewerkt is met vaste contractprijzen, waardoor men geen profijt heeft van de gestegen opbrengstprijzen.
Bron: WUR