De vorig jaar opgerichte Unie van Pluimvee Producenten (UPP) is klaar voor ledenwerving. Doel van de Unie: door meer samenwerking de keten versterken. “Pluimveehouders willen niet langer de sluitpost in de keten zijn. Iedereen moet zijn aandeel leveren en daarvoor eerlijk beloond worden”, aldus voorzitter Harry Ketels.
De UPP is gestart als producentenorganisatie voor de leg- en de vleeskuikensector. Het eerste initiatief komt vanuit de vleeskuikensector. “Vleeskuikenhouders voelden zich al langer de sluitpost in de keten”, vertelt Harry Ketels. “Iedereen pakt zijn deel en wij krijgen wat er over is, zo viel te horen. Er heerst een soort machteloosheid. Dit vroeg om aanpak. Een eerste inventarisatie wees uit dat honderdzeventig pluimveehouders hier direct voor waren. Meest uit de vleeskuikensector, maar ook vanuit de legsector. Vervolgens is de aanzet gegeven voor de UPP. Een unie die er wil zijn voor echt alle pluimveehouders. Dat is een initiatief waar ik mijn nek wel voor wil uitsteken.”
Eerlijker verdeling in de keten
De voorzitter legt graag uit wat het doel van de UPP is. “Wij willen als producentenorganisatie geen machtsblok vormen voor alleen maar een hogere prijs, want dat wordt nog wel eens gedacht. Wel streven we naar een eerlijker verdeling in de keten. Een voorbeeld: ook onze sector moet mee op het gebied van welzijn en duurzaamheid. Denk aan OKT (zonder kuikendoden, Ohne Kükentöten, red.). Dat brengt behoorlijke kosten met zich mee. Die komen op het bordje van de pluimveehouder, maar worden doorgaans niet gecompenseerd door betere opbrengstprijzen. Een ander voorbeeld is een concept waar een grote retailer mee bezig is. Ze willen daarvoor afspraken maken met vleeskuikenhouders. Maar hun eindprijs staat al vast, take it or leave it. Dan valt er toch niks af te spreken?
In het verleden konden pluimveehouders er bij stijgende kosten nog voor kiezen uit te breiden, om de kostprijs omlaag te krijgen. Maar door onder anderen milieueisen en gebrek aan maatschappelijke acceptatie zijn wat dat betreft langzaamaan de grenzen bereikt. Als producentenorganisatie willen we andere spelers in de keten graag laten zien waar de pluimveehouder mee te maken heeft, een goede gesprekspartner zijn en de marges in de keten beter verdelen. De pluimveeketen functioneert in het verdienmodel nu veelal lineair, met de pluimveehouder aan het eind. Wij zien hem in een cirkel, met elke schakel als gelijkwaardige partner.”
Afzet afstemmen
Volgens Harry Ketels is er in de pluimveehouderij winst te behalen door een betere afstemming in de keten. Als voorbeeld noemt hij het productievolume. “Niemand in de keten is erbij gebaat maar door te produceren als we ons er niets van aantrekken of er voldoende vraag is. Daarom willen we bij de UPP toe naar marktclusters. Hiermee kunnen schakels in de keten samen afspraken maken over de productie. Daar is voor de hele keten winst in te halen. Een marktcluster kan bestaan uit een cluster pluimveehouders met een bepaald concept die met een bepaalde afnemer in onderhandeling zijn.
Binnen het cluster worden afspraken gemaakt over onder andere prijs, productie, borging en leveringsvoorwaarden. Zo krijg je een stroom waarin vraag en aanbod op elkaar zijn afgestemd. Door beter met elkaar samen te werken zal de hele keten optimaliseren en zal er een beter verdienmodel uitrollen. Niet alleen voor de pluimveehouder, maar voor alle deelnemers in de keten.
De vereniging is de basis, vanuit dit ledenbestand kunnen marktclusters worden gevormd. Onder de vereniging komt een werkorganisatie te hangen met een verkoopleider/directeur die de contacten verzorgt met de afnemers, zo nodig de retail en de afspraken/contracten regelt voor de marktclusters. Dit klinkt misschien ambitieus maar zo moet het wel gaan worden.”
Volgende stappen
Op dit moment wordt er hard gewerkt aan een goed geautomatiseerde ledenregistratie en een nieuwe website, waarop pluimveehouders zich direct kunnen aanmelden. De kosten voor een lidmaatschap van de vereniging bestaan uit een bedrag dat gebaseerd is op het aantal leghennen of het aantal vierkante meters vleeskuikenplaatsen. Totaal komt dit volgens Ketels jaarlijks uit op twee- tot maximaal achthonderd euro. Ondersteuningskosten in marktclusters staan hier los van.
Een andere stap is de vorming van klankbordgroepen. Eén voor de leg- en één voor de vleeskuikensector. “We moeten mensen hebben die met de poten in de klei staan. Mensen die signalen uit de sector oppakken, vooruit willen en weten wat er gaande is, waarmee we als UPP aan de slag gaan. Want daar zijn we voor.”
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Ruben Lijzenga