De Nederlandse pluimveesector spant hoger beroep aan in de rechtszaak over de fipronilcrisis. De pluimveehouders vinden dat toezichthouder NVWA onrechtmatig heeft gehandeld door maandenlang te zwijgen over het illegale gebruik van fipronil.
De sector kon zich hierdoor niet weren tegen de fraude van het bedrijf Chickfriend.
“We gaan in hoger beroep tegen de NVWA omdat we er op moeten kunnen vertrouwen dat een toezichthouder in actie komt als dat nodig is"
“Familiebedrijven zijn na generaties over de kop gegaan of zagen al hun reserves en investeringsvermogen verdampen. De sector liep minstens € 75 miljoen schade op. En de toezichthouder was op de hoogte maar waarschuwde ons niet. Een belletje, en we hadden kunnen controleren of er fipronil in onze stallen zat,” aldus Eric Hubers, voorzitter van de vakgroep Pluimveehouderij LTO Nederland/NOP. “We gaan in hoger beroep, niet om ons straatje schoon te vegen maar omdat we er op moeten kunnen vertrouwen dat een toezichthouder in actie komt, zeker als dat eenvoudig kan om erger te voorkomen.”
NVWA reageerde niet adequaat
In de zomer van 2017 werd Nederland opgeschrikt door de fipronilcrisis. Honderden miljoenen eieren werden vernietigd, bedrijven werden geblokkeerd door de NVWA en kippen werden geruimd. De onafhankelijke Commissie Sorgdrager, die onderzoek deed naar de crisis en de borging van voedselveiligheid, constateerde eerder al dat de NVWA niet adequaat had gereageerd op de signalen over het gebruik van fipronil.
Onrechtmatig handelen
De eerste aanleg van de rechtszaak draaide om de vraag of de NVWA rechtmatig handelde door niet in actie te komen terwijl de toezichthouder al in november 2016 wist van de fraude met fipronil door Chickfriend. Chickfriend mengde fipronil illegaal door een schoonmaakmiddel heen, zonder dat de getroffen pluimveehouders daarvan op de hoogte waren.
De rechtbank oordeelde in juli 2019 dat de NVWA geen waarschuwingsplicht had, en dat het niet onrechtmatig was dat de NVWA Chickfriend zonder de sector te waarschuwen hun gang liet gaan tot zo’n driekwart jaar na de eerste signalen.
“Die uitspraak was een harde dreun voor de boeren,” aldus Hennie de Haan, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. “We hoopten op de erkenning dat er juridisch verwijtbare fouten zijn gemaakt. Die kwam niet, daarom gaan we in hoger beroep, we willen een beter functionerende toezichthouder.”
Hoger beroep
Het hoger beroep is aangespannen door 111 pluimveehouders en de vakgroep Pluimveehouderij van LTO Nederland/NOP, ondersteund door de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. De partijen zijn het niet eens met de eerste uitspraak van de rechtbank, en hebben grote vraagtekens bij delen van de onderbouwing daarvan. Hoewel de lat voor onrechtmatig handelen door de Staat hoog ligt zijn de pluimveehouders van mening dat die grens in deze zaak ver is overschreden.
Bron: LTO