Naar aanleiding van vragen over het bericht 'Kabinet heeft nog maanden nodig voor de stikstofaanpak', heeft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 17 oktober jongstleden schriftelijk antwoorden gegeven. Daarmee geeft ze meer inzicht in de plannen die het ministerie van LNV voor ogen heeft om de stikstofproblematiek aan te gaan pakken.
Naar aanleiding van de vraag of het klopt dat het nog enkele maanden gaat duren voordat het kabinet met concrete oplossingen gaat komen voor de stikstofcrisis, reageert minister Schouten dat het kabinet heeft aangekondigd de oplossing hiervoor te zoeken in een gebiedsgerichte aanpak. Aangezien de herkomst van stikstofdepositie per gebied verschilt, verschilt ook de aanpak om deze depositie per gebied te verminderen. De minister noemt dat er inzichtelijk gemaakt wordt wat er nodig is voor het natuurherstel, welke (bron)maatregelen er in dat gebied beschikbaar zijn en welke ruimte er nodig is om activiteiten in dat gebied te kunnen ontplooien.
"Er wordt bezien welke veehouderijbedrijven geen bedrijfsopvolger hebben"
De minister geeft hierbij aan dat het kabinet de volgende zaken concreet aan gaat pakken. Het gaat hier onder meer om het investeren in direct natuurherstel, het inzetten op een drempelwaarde voor stikstofdepositie zodat het verlenen van toestemming voor (kleine) activiteiten en projecten weer in gang gezet kan worden en het op gang brengen van de toestemmingsverlening via intern salderen en extern salderen onder voorwaarden.
Tegelijk wordt er in dit proces ook bezien welke veehouderijen in de buurt van Natura 2000-gebieden zijn gevestigd en welke veehouderijbedrijven geen bedrijfsopvolgers hebben.
Aanpak stikstofproblematiek
Per direct gaat het kabinet aan de slag met de verkenning van een drempelwaarde voor projecten of activiteiten met kleine stikstofdeposties. Het is hiervoor nodig om (bron)maatregelen uit te werken. Voor het einde van dit jaar komt het kabinet met een uitgewerkt pakket op basis waarvan in het begin van het nieuwe jaar (2020) besluitvorming plaats kan vinden. Daarnaast worden per direct de gebiedsgerichte processen in gang gezet. Tegelijkertijd is het begin 2020 ook het moment voor de interbestuurlijke partners om te besluiten op welke wijze de monitoringssystematiek wordt verbeterd.
Vervolgens komt in mei 2020 naar verwachting het Adviescollege met het laatste deel van het advies en volgt er een kabinetsreactie.
"Er wordt door het kabinet gedacht aan gebiedsgerichte verlagingen van de maximum snelheden op rijkswegen en provinciale wegen"
Verlaging maximum snelheid
Op de vraag of de minister al een inschatting heeft van de effecten (op stikstof) zijn op het verlagen van de maximumsnelheid, geeft de minister aan dat er lokaal, dus dicht bij de weg, een verlaging van de maximumsnelheid een groter effect heeft. Daarnaast verwijst de minister naar de brief van 4 oktober jl. waarin het kabinet heeft aangegeven dat er gedacht wordt aan gebiedsgerichte verlagingen van de maximum snelheid op rijkswegen en provinciale wegen, daar waar het effect heeft op de stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Er wordt bezien op welke trajecten een gerichte verlaging van de maximumsnelheid een effectieve maatregel is, zo geeft de minister aan.
"Herstelmaatregelen zijn ook in natuurgebieden buiten Natura 2000-gebieden toepasbaar"
Natuurherstelmaatregelen
Naast de verlaging van de maximumsnelheid ligt er ook een vraag over de te nemen natuurherstelmaatregelen en of deze alleen in de Natura 2000-gebieden gelden of ook daar buiten. De minister geeft aan dat de natuurherstelmaatregelen die genomen kunnen worden, alleen de 'vrijgegeven' herstelmaatregelen in het rapport Herstelstrategieën stikstofgevoelige habitats betreffen. Deze maatregelen zijn in de gebiedsanalyses gebiedsgericht uitgewerkt en daarmee voor een deel al in uitvoering. Daarnaast zijn deze herstelmaatregelen ook in natuurgebieden buiten Natura 2000-gebieden toepasbaar, al zijn in de gebiedsanalyses alleen de maatregelen uitgewerkt voor Natura 2000-gebieden.
Natuurvergunningen vluchthavens
Naast de genoemde punten heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat vragen gekregen over de natuurvergunningen voor vluchthavens. De antwoorden hierop zijn 15 oktober al aangereikt. Voor wat betreft de ingediende handhavingsverzoeken zal het Ministerie van LNV informatie gaan verzamelen, zienswijzen opvragen en oordelen over de vraag of en zo ja, welke luchthavens over een natuurvergunning behoren te beschikken. Het handhavingsverzoek zal binnen de daartoe gestelde termijn beantwoord worden. De minister meldt dat daar nu niet op vooruitgelopen kan worden.
Bron: Ministerie van LNV, Carola Schouten