Het ministerie van LNV stelt in overleg met de sectoren de tarieven Diergezondheidsheffing vast voor 2021. Veehouders betalen deze jaarlijkse bijdrage per dier voor het Diergezondheidsfonds (DGF).
Het DGF wordt deels ingezet voor onderzoek en monitoring, en deels voor het onderhouden van de crisisreserve van de High Containment Unit (HCU).
Onderzoek besmettelijke dierziekten
In de HCU wordt naast gepland onderzoek naar besmettelijke dierziekten, onder andere onderzoek naar het coronavirus gedaan. In crisistijd moet onderzoek kunnen worden opgeschaald. De reservecapaciteit die hiervoor nodig is, wordt door de sectoren en de overheid gezamenlijk gefinancierd.
Verlaging diergezondheidsheffing
Voor 2021 kunnen de tarieven voor de meeste sectoren worden verlaagd, omdat er recent geen grote uitbraken van dierziekten zijn geweest en de crisisreserves zijn gevuld. De dalingen zijn het grootst in de varkenssector. Ook bij pluimvee is er over het algemeen sprake van een grote daling, met uitzondering van de eendagskuikens van legkippen. Voor runderen, schapen en geiten stijgen of dalen de tarieven licht.
Melkveehouders ook een factuur
Melkveehouders kunnen in 2021 voor het eerst een rekening verwachten voor de diergezondheidsheffing. Tot en met 2020 werd de heffing betaald uit de reserves van het voormalige Productschap Zuivel. Deze reserves zijn inmiddels verbruikt. Vanaf 2021 ontvangen melkveehouders daarom, zoals alle andere veehouders, een factuur.
Bron: ZLTO