Het watergebruik was in 2015 en 2016 ongeveer gemiddeld voor de periode vanaf 2001 tot 2014. Irrigatie en het drenken van vee vragen het meeste water op de land- en tuinbouwbedrijven.
Bron: Wageningen Economic Research, 05-02-2019
Gemiddeld watergebruik in 2015 en 2016
Het watergebruik in de land- en tuinbouw was in 2015 en 2016 ongeveer gemiddeld vergeleken bij de periode 2001-2014. De hoeveelheid water die wordt gebruikt in een bepaald jaar wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoeveelheid neerslag en dan met name in het groeiseizoen. Gemiddeld viel in het voorjaar van 2016 meer neerslag dan in het voorjaar van 2015, hetgeen verklaart waarom het watergebruik in 2016 lager is dan in 2015. Regionaal kunnen er dan ook nog eens aanzienlijke verschillen optreden. In 2015 geldt dat met name in het Zuidelijke deel van het land de laagste neerslaghoeveelheden zijn gemeten. In 2016 was dat met name in de Noordoostelijke helft van Nederland.
Veehouderij gebruikt meeste leidingwater
De veehouderij gebruikt het meeste leidingwater per bedrijf. Leidingwater voorzag in 2016 voor ruim 45 procent in de totale waterbehoefte van veeteeltbedrijven. Het leidingwater wordt met name gebruikt voor het drenken van vee en schoonmaakactiviteiten. Het leidingwatergebruik door de gehele landbouwsector is door de tijd heen veel constanter dan bijvoorbeeld het gebruik van grondwater. Grond- en oppervlaktewater wordt onder andere gebruikt voor irrigatie. Bij hogere neerslagsommen, met name in het groeiseizoen is er vanzelfsprekend ook minder irrigatiewater nodig.
Beregening: belangrijke vorm van gebruik
Beregening is een belangrijke vorm van gebruik van water in de land- en tuinbouw. Beregening vindt plaats op grasland, in de akkerbouw (aardappelen, suikerbieten en snijmaïs), tuinbouw op de open grond en in de glastuinbouw. Verder wordt water gebruikt als reinigingswater en als drinkwater voor de landbouwhuisdieren.
Droge perioden in het groeiseizoen zorgen voor hoger watergebruik
Beregening wordt toegepast in perioden wanneer de vochtvoorraad in de bodem onvoldoende wordt aangevuld door neerslag of vanuit het grondwater. Hoge jaar verbruiken van water zijn over het algemeen toe te schrijven aan droge groeiseizoenen. Voorbeelden hiervan waren 2003 (met alleen mei aan de natte kant; februari, maart, juni, juli en augustus waren te droog) en 2006 (met februari, maart, mei en vooral augustus aan de natte kant; april en vooral juni en juli waren te droog). Door de droge zomer in 2013 werd ruim 300 duizend ha beregend; in 2016 was dit 162 duizend ha in totaal.
Bron: CLO, 05-02-2019