NCM-directeur Jan Roefs is zeer positief over de mogelijkheden voor herwonnen meststoffen en mestverwerking. Nu is een positieve houding in deze niet vreemd voor de directeur van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM), maar het is geen opportunisme. “De regelgeving die in Nederland op stapel staat, gaat ervoor zorgen dat er echt vraag komt naar kunstmestvervangers. Maar er zijn ook uitdagingen.”
Jan Roefs was een drukbezet man tijdens Manuresource. Als dagvoorzitter praatte hij de plenaire sessies aan elkaar, maar hij was ook kritisch toehoorder bij verschillende parallelsessies. Als directeur van NCM is hij de spin in het web van mestverwerkend Nederland.
Mestverwerking in Nederland
Zijn het enerverende tijden in mestverwerkingsland?
“Mestverwerking is altijd interessante materie geweest. Er komt ook veel in samen, maar op dit moment komen er veel dossiers samen die de mestverwerking raken. Krimpregelingen, een derogatie die nog lang niet zeker is, dure kunstmest, discussies over het gasverbruik van kunstmestproductie in relatie tot de afhankelijkheid van Russisch gas, een ingrijpend nitraatactieplan en een nieuw mestbeleid dat inzet op volledige verwerking van mest ofwel volledige grondgebondenheid. Het komt allemaal samen in het mestverwerkingsdossier.”
Inzet van kunstmestvervangers
Hoe gaan bovenstaande regelingen uitwerken voor de agrarische sector?
“Het zijn meerdere sporen. De discussie over het gebruik van kunstmestvervangers loopt al langer, maar krijgt nu een versnelling door de Oekraïne-crisis. Maar dat is een Europese discussie.”
‘Nederland kruipt op die manier naar een mesttekort’
Jan Roefs
“Het mestbeleid en de krimpregelingen als gevolg van de stikstofcrisis zijn een Nederlandse discussie en daarvan kunnen we het effect redelijk inschatten. De gebruiksruimte in Nederland wordt namelijk al jaren niet meer gebruikt. Voor fosfaat lag dat in 2020 op 81 procent en voor stikstof op 95 procent. Met de op stapel zijnde regelingen zijn er gebieden in Nederland waar de vrees bestaat dat er geen dierlijke mest meer zal zijn voor bemesting.”
Hoe bedoelt u dat?
“Door de jaren heen hebben meststromen hun afzet gevonden, zoals pluimveemest via verbranding. Nu staan er allerlei krimpregelingen op stapel die sneller gaan dan de afnemende plaatsingsruimte als gevolg van onttrekking landbouwgrond. Nederland kruipt op die manier naar een mesttekort.”
Mesttekort bij akkerbouwers
Vanuit veehouderijperspectief is dat positief toch?
“De zorgen zitten bij de akkerbouwtak. De mestwetgeving heeft als doelstelling geformuleerd dat over 10 jaar de bedrijven met een mestoverschot hun volledige mestproductie moet verwerken en de melkveehouderij moet grondgebonden worden. Hoe gaan de akkerbouwers dan voorzien worden in hun meststoffen? Daar zit hun zorg.”
Hoe kunnen we kunstmestvervangers inzetten?
Dat zijn forse ambities. Maar op dit moment staat de regelgeving nog niet toe om kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest te gebruiken.
“Dat klopt, maar er is wel een versnelling gaande. In 2019 is de definitie van kunstmest al aangepast, maar de Europese wetgeving loopt wel achter op de ontwikkelingen die er zijn. De Nederlandse overheid staat in de startblokken. Die hebben we echt mee.”
Is dat zo? We horen in Nederland toch vooral problemen met grootschalige mestverwerkingsinstallaties. Ellenlange procedures, veel weerstand vanuit de omgeving in de planfase.
“Dat klopt, maar dat blijkt een relatief smaldeel. Ook natuur- en milieuorganisaties krijgen we op inhoudelijke gronden best mee in het verhaal van mestverwerking. Echter, er zit veel polarisatie op het dossier en dat komt de snelheid van ontwikkelingen niet ten goede.”
Lokaal mest verwerken
Welke oplossingen ziet u voor dat probleem?
“Mestverwaarding kan op verschillende manieren en dat hoeft niet per se op grootschalige sites. Ook op de boerderij is er veel mogelijk. Lokaal mest verwerken, met een afzet van restromen in een straal van 15 kilometer. Dan kun je het mestprobleem ook in overschotgebieden mee oplossen.“
“Die initiatieven krijgen steeds meer vorm. Denk aan Jumpstart van FrieslandCampina, waar biogasproductie plaatsvindt in combinatie met een ammoniakstripper. Dat zijn ook ontwikkelingen die in de varkenshouderij doorgezet kunnen worden. Een kuub mest kan zomaar 20 euro opleveren aan biogas.“
Tekst: Rob van Ginneken
Bron: Melkveebedrijf