Een recent wetenschappelijk onderzoek van ILVO-onderzoekster Femke Delanglez werpt nieuw licht op de optimalisatie van het vangen, in kratten stoppen en transporteren van vleeskuikens en leghennen. Het onderzoek richtte zich op het verbeteren van dierenwelzijn, de werkomstandigheden van vangers en de economische haalbaarheid van verschillende vangmethoden. Op 4 april zal Delanglez de resultaten van haar doctoraatstudie tonen.
Het is belangrijk dat pluimvee fit is voor transport om onnodig lijden te voorkomen. Tijdens het vangproces worden kippen blootgesteld aan veranderingen. De voer- en watergift stopt en er zijn onbekende mensen in de stal die de dieren oppakken en in kratten stoppen. Dit kan het welzijn aantasten en leiden tot productieverlies. Het onderzoek van Delanglez vergeleek drie vangmethoden: omgekeerd, rechtop en mechanisch vangen.
Voordelen en nadelen van verschillende vangmethoden
Uit de studie bleek dat rechtop vangen beter is voor het dierenwelzijn dan omgekeerd of mechanisch vangen. Rechtop gevangen kuikens fladderden minder en hadden een betere interactie met de vangers. Mechanisch gevangen kuikens hadden vaker vangschade dan rechtop gevangen dieren. Echter, rechtop vangen kost meer tijd en verhoogt de arbeidsuren, wat resulteert in extra kosten van 0,012 euro per kilogram levend gewicht voor vleeskuikens en 0,0005 euro per ei bij leghennen. Vangers gaven de voorkeur aan omgekeerd vangen vanwege de lagere arbeidsintensiteit.
Ergonomische en economische afwegingen
Een ergonomische analyse toonde aan dat handmatig vangen fysiek zwaar blijft, ongeacht de methode. Mechanisch vangen kan de arbeidsbelasting verlagen, maar brengt extra kosten en biosecurity-risico’s met zich mee. Ook zijn specifieke stalinrichtingen vereist. Daarom is een evenwichtige aanpak nodig die zowel het welzijn van dieren als van werknemers in acht neemt.
Innovaties in krattenontwerp
Daarnaast testte het onderzoek twee nieuwe toevoegingen aan standaard containerladen voor leghennen. Prototype 1, een buis met kleine beweegbare flappen, leidde tot rustiger gedrag bij de dieren en minder borstblessures. Prototype 2, een frame met vaste en flexibele flappen, was minder efficiënt bij het in kratten stoppen. Vangers gaven de voorkeur aan prototype 1 vanwege het gebruiksgemak en minder stress bij de dieren.
Aanbevelingen voor de sector
Het onderzoek concludeert dat bewustwording en training van pluimveehouders en vangers essentieel zijn om het vangen en transporteren van pluimvee te optimaliseren. Er zijn richtlijnen nodig voor het identificeren van ongeschikte dieren voor transport en voor het verbeteren van de werkomstandigheden. Toekomstig onderzoek moet zich richten op het grootschalig testen van rechtop vangen en verdere ontwikkeling van prototype 1.
Tekst: Gerben Hofman