Veel pluimveehouders voeren hun onderneming al in een besloten vennootschap (bv). Door de verlaagde tarieven voor de vennootschapsbelasting (vpb) wordt de bv-structuur nog interessanter. Maakt u gebruik van een fiscale eenheid? En past deze nog bij de huidige ontwikkelingen?
Juridische redenen voor een bv-structuur
De reden om voor een bv-structuur te kiezen, kan enerzijds juridisch gedreven zijn. Het verleden heeft aangetoond dat calamiteiten, waarop u als pluimveehouder geen invloed heeft, een enorme impact op uw bedrijf kunnen hebben. Denk hierbij aan de fipronilcrisis, vogelgriep, stormschade et cetera. Om de hoofdelijke aansprakelijkheid te reduceren, biedt de bv-structuur een oplossing.
Fiscale redenen voor een bv-structuur
Anderzijds kan de inbreng in een bv-structuur fiscaal gedreven zijn. De grillen in de markt hebben geleid tot financiële pieken en dalen. Als uw onderneming nog geen bv-structuur had, waren de resultaten belast tegen het hoge tarief van de inkomstenbelasting. Als u vervolgens een nieuwe stal en/of stalinrichting die kwalificeerde voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) liet bouwen; werden de vrije afschrijvingen ingezet om de betaalde inkomstenbelasting uit het verleden te verrekenen. Vervolgens werd de onderneming ingebracht in een bv-structuur, waar de stal en/of inrichting fiscaal niet meer kon worden afgeschreven. Dit zorgde automatisch voor een hoger resultaat. Echter, dit resultaat werd belast tegen het tarief van de vennootschapsbelasting dat veel lager is dan wanneer het voor de inkomstenbelasting belast zou zijn.
Veranderingen in de vennootschapsbelasting
De vennootschapsbelasting bedroeg tot en met 2018 in de eerste schijf namelijk 20% tot een bedrag van € 200.000. Terwijl de inkomstenbelasting op 40% of 52% zat. Boven de € 200.000 werd 25% vennootschapsbelasting betaald. Voor de lange termijn dient u ermee rekening te houden dat u Aanmerkelijk Belang (AB-)heffing verschuldigd bent op het moment dat u de opgebouwde winstreserves naar privé uitkeert.
De afgelopen jaren heeft de overheid besloten om de tarieven voor de vennootschapsbelasting te verlagen. Vanaf 2021 betreft de eerste schijf nog 15%. De tweede schijf blijft op 25% staan. Het verschil tussen de eerste en tweede schijf is met 10% dus veel groter dan voorheen. Dit is nog niet alles, want de overheid heeft besloten om de grens van de eerste schijf te verlengen. In 2021 is deze verlengd naar € 245.000 en in 2022 wordt deze zelfs uitgebreid naar € 395.000.
Fiscale eenheid?
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de verlaagde tarieven van de vennootschapsbelasting, adviseert ABAB u goed na te gaan of er sprake is van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De mogelijkheid bestaat dat een fiscale eenheid voordelig was bij het opzetten van de bv-structuur, maar dat deze, gezien de huidige ontwikkelingen, niet meer past. Indien er geen sprake is van een fiscale eenheid, maakt u namelijk tweemaal (of meerdere malen) gebruik van het opstaptarief tot € 395.000 (vanaf 2022).
Bron: ABAB