De laatste tijd zien we een toename van het aantal verzoeken tot handhaving door activistische groeperingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om veehouderijen waar een PAS-melding is gedaan die nog wacht op legalisatie of om bedrijven waar de natuurvergunning is vernietigd en nog geen nieuwe vergunning is verleend.
Hoe zit het?
De Wnb verplicht bedrijven en instellingen om vergunning aan te vragen voor activiteiten die mogelijk een negatief effect veroorzaken op de te beschermen Natura 2000-gebieden. Als niet op voorhand volstrekt duidelijk is dat een activiteit geen negatief effect veroorzaakt, dan is zo’n vergunning noodzakelijk. Als de vergunning wordt aangevraagd moet met een passende beoordeling worden aangetoond dat de activiteit geen negatief effect veroorzaakt. Bij zo’n geval kan de vergunning worden verleend. Gedeputeerde Staten van de provincie zijn het ‘bevoegde gezag’; zij verlenen de vergunning en treden ook handhavend op als zonder of in afwijking van de vergunning activiteiten worden ontplooid.
Uitzondering op vergunningplicht
Er geldt een uitzondering op de vergunningplicht als sprake is van voortgezet bestaand gebruik. Daarvan is sprake als activiteiten niet zijn gewijzigd sinds de Natura 2000-gebieden zijn aangewezen. Voor sommige gebieden is dat 1994. De voortgezette situatie wordt in de rechtspraak de referentiesituatie genoemd.
Handhaving
Een activiteit die zonder vergunning wordt uitgevoerd en die mogelijk wel effecten op een Natura 2000-gebied veroorzaakt, is dus op voortgezet bestaand gebruik na feitelijk illegaal. Op dergelijke activiteiten kan gehandhaafd worden. Dat is waar de activistische groeperingen op aanhaken. Ze menen dat de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen een negatief effect kan veroorzaken op Natura 2000-gebieden en dat er daarom een vergunning noodzakelijk is. Daarom vragen ze de provincie, het bevoegde gezag, handhavend op te treden. Bedrijven die een PAS-melding hebben gedan hebben meestal geen natuurvergunning. Dat geldt ook vaak als een natuurvergunning in een bezwaar- of beroepsprocedure is vernietigd.
Wat gebeurt er met een verzoek om handhaving?
Het bevoegde gezag kan besluiten om het verzoek af te wijzen. De andere mogelijkheid is dat het wordt toegewezen. In beide gevallen dient dat goed gemotiveerd te gebeuren. Dat is de reden dat provincies na ontvangst van een verzoek onderzoek doen. Het is dan van belang om inzicht te hebben in de referentiesituatie. Op basis daarvan neemt de provincie vervolgens een besluit wat openstaat voor bezwaar of beroep. Als een verzoek wordt afgewezen zal de activistische groep bezwaar indienen. Als de provincie overweegt handhavend te gaan optreden zullen ze de betrokkene berichten dat ze van plan zijn handhavend te gaan optreden. De betrokkene kan daarop zijn zienswijze geven. Met die zienswijze wordt het besluit genomen, als dat een besluit is om handhavend op te treden kun je als betrokkene bezwaar indienen en uiteindelijk beroep instellen.
Wat kun je doen?
Als je een veehouderij hebt waartegen een handhavingsverzoek is ingediend, is het van belang betrokken te blijven en zo nodig de provincie van informatie te voorzien. Daarbij is het van belang om aan te tonen dat geen negatief effect optreedt. Als het tot besluitvorming komt, is het van belang als partij aangesloten te blijven, ook als het verzoek om handhaving wordt afgewezen. Daarmee voorkom je onaangename verrassingen en kun je je eigen deskundigheid inbrengen in het proces. Inhoudelijke deskundigheid ontbreekt namelijk vaak bij de provincie. De verzoekers om handhaving gebruiken veelal activistisch ingekleurde onderzoeken, waarmee ze de provincie proberen te overtuigen van mogelijk schadelijke effecten. Het is van groot belang daar objectieve informatie tegenover te zetten.
Bron: Agrifirm