Naar jaarlijkse gewoonte bevraagt het VCM de mestverwerkingssector over de stand van zaken en evoluties in de mestverwerking in Vlaanderen. In 2019 werd hierop een eenmalige uitzondering gemaakt, waardoor de operationele mestverwerkingscapaciteit voor 2018 niet werden berekend. De reden hiervoor was de wijziging van de Vlaamse wetgeving inzake de mestsamenstelling. Dit zorgde binnen VCM voor de uitgelezen kans om de richtcijfers, die gebruikt worden in de verwerking van de enquête, te herzien en te actualiseren.
Uit de resultaten van de bevraging over het jaar 2019 blijkt dat er 49,8 miljoen kg stikstof uit dierlijke mest (incl. export) werd verwerkt. Ten opzicht van 2017 is dit een stijging met 5,7 miljoen kg stikstof. In 2016 werd 42,3 miljoen kg stikstof verwerkt. De stijgende trend in de hoeveelheid verwerkte stikstof in Vlaanderen zet zich nog verder.
Momenteel zijn er in Vlaanderen 136 operationele mestverwerkingsinstallaties actief.
Pluimveemest krijgt de bovenhand
Van de 49,8 miljoen kg stikstof die in 2019 verwerkt werd, was 87% afkomstig van de verwerking en export van varkensmest (21,2 miljoen kg N of 42,6%) en de verwerking en export van pluimveemest (22,2 miljoen kg N of 44,6%). Voor beide types is de export ruwe mest gedaald, maar de verwerking gestegen. Voorgaande jaren was het aandeel van varkensmest telkens hoger dan die van pluimveemest. In 2019 is een kentering waar te nemen met een hoger aandeel van pluimveemest. Een verklaring hiervoor is de snellere stijging van de pluimveestapel, terwijl de varkensstapel stabiel is gebleven ten opzichte van 2017.
De verwerking en export van runder -en kalfsmest steeg met 6,6% ten opzichte van 2017, terwijl de import van rundermest is gedaald (van 129 606 ton naar 42 389 ton). De verwerking van dikke fractie van rundermest is eveneens gedaald met 59%. De export van ruwe rundermest naar Nederland steeg wel met 6,2%. Ook de verwerking van dunne fractie van rundermest is gestegen (48,1% of 306 141 kg N), net als runderstalmest (4,5% of 1 845 ton). Daarnaast kent de verwerking van digestaat een daling van 2,4% naar 1,4%.
Technieken in opmars
In Vlaanderen is de biologische mestverwerking waarin stikstof wordt verwijderd uit de dunne fractie van varkensmest, rundermest en/of digestaat nog steeds de meest toegepaste techniek (113 van 136 installaties). In 2018 en 2019 zijn er zelfs nog 6 nieuwe biologische mestverwerkingsinstallaties bijgekomen. De tweede meest toegepaste techniek in Vlaanderen is het biothermisch drogen (17 installaties, waarvan 3 installaties ook het eindproduct drogen en korrelen). De voorbije twee jaar kwam er 1 biothermische drooginstallatie bij in Vlaanderen. Tevens werden twee totaalverwerkers opgestart in de periode 2018 – 2019.
Net als bij voorgaande jaren wordt in 2019 de grootste hoeveelheid stikstof (18,4 miljoen kg N of 42,3%) verwerkt via de biothermische droging van voornamelijk pluimveemest, paardenmest, de dikke fractie van varkensmest en de dikke fractie van rundermest, al dan niet gecombineerd met drogen en korrelen. Ook via de biologische verwerking van de dunne fractie van varkensmest, rundveemest of digestaat wordt een grote hoeveelheid stikstof verwerkt (12,9 miljoen kg N of 29,8%), al dan niet met een nabehandeling in constructed wetlands of omgekeerde osmose. De grootste hoeveelheid fosfaat (15,0 miljoen kg P2O5 of 55,6%) wordt verwerkt via de biothermische droging (al dan niet gecombineerd met drogen en korrelen).
Conventionele technieken van mestverwerking cruciaal
Uit de enquête blijkt dat de conventionele technieken van mestverwerking, namelijk mestscheiding gevolgd door de biologische verwerking van de dunne fractie in een ‘biologie’ en de export van de biothermisch gedroogde dikke fractie, cruciaal blijft voor een oordeelkundige verwerking van het Vlaamse mestoverschot.
Ivan Tolpe prijs
Innovatieves in mestverwerkingstechnieken blijven wel nog steeds noodzakelijk in de sector. Daarom organiseert VCM tweejaarlijks de uitreiking van de Ivan Tolpe prijs waarbij de focus ligt op nieuwe technieken en innovatieve ideeën om de transitie naar een circulaire economie te bewerkstelligen of om huidige technieken te optimaliseren. Kandidaturen voor de Ivan Tolpe Prijs kunnen nog tot 23 oktober 2020 bij VCM ingediend worden.