Hoewel veel boeren open staan voor natuurinclusieve initiatieven, roept de term ‘natuurinclusieve landbouw’ kritiek op. Dat blijkt uit een rapporatage van de resultaten de LNV community, een online onderzoeksplatform waaraan 199 boeren deelnamen.
Omdat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) het belangrijk vindt direct met boeren te communiceren en hen te betrekken bij de beleidskeuzes die gemaakt worden; heeft het ministerie in 2019 het intiatief genomen voor een ‘LNV Community’ een online onderzoeksplatform. In 2019 is er een pilot uitgevoerd met 150 veehouders. Vorig jaar is die community uitgebreid met akkerbouwers en tuinders.
Community
In 2020 mochten de deelnemers van de community – 97 veehouders mee, 68 akker- en tuinbouwers en 34 deelnemers met een gemengd bedrijf – meepraten over verschillende onderwerpen zoals natuurinclusieve landbouw in het onderwijs, duurzame keuzes van de consument, toekomstbestendige landbouw, de impact van corona en het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) van de EU.
Weerstand bij natuurinclusieve landbouw
Een van de opvallende resultaten in de discussie over natuurinclusieve landbouw is dat boeren om verschillende redenen weerstand voelen bij de term ‘natuurinclusieve landbouw’. Ze voelen een negatieve bijklank omdat de term suggereert dat natuur en landbouw niet samen gaan; terwijl boeren het vanzelfsprekend vinden natuur te integreren in hun werk.
Financiële risico’s en weinig mogelijkheden
Weerstand ontstaat ook omdat de term op dit moment nog onduidelijk is en omdat ze zien dat er financiële risico’s aan de natuurinclusieve initiatieven hangen terwijl ze weinig mogelijkheden zien om de initiatieven winstgevend te maken. Toch staan boeren wel open voor de initiatieven. Ze passen natuurinclusieve landbouw al toe variërend van een bloemenstrook langs een akker tot een volledig natuurinclusief bedrijf.
Onderwijs natuurinclusieve landbouw
Als het om het onderwijs gaat – zo vinden de deelnemers aan de community – moet er in de opleidingen vooral aandacht besteed worden aan kennis van ecologische processen, mogelijke toepassingen op het bedrijf en kennis over het verdienmodel van een natuurinclusief bedrijf. Verder zien ze stages en het opdoen van praktijkervaring als een belangrijk onderdeel om inzicht te krijgen in natuurinclusieve bedrijfsvoering.
Rol van consumenten
In de community is ook gesproken over de rol van de consumenten. Bij de discussie over natuurinclusieve landbouw voeren boeren een strijdigheid tussen wat de overheid wil en het gedrag van consumenten. Consumenten lijkten niet te willen betalen voor de extra stappen van boeren. Boeren denken dat het verkleinen van het prijsverschil tussen reguliere en duurzame producten kansrijk is om consumenten te verleiden tot duurzame keuzes. In combinatie van het herkenbaar maken van producten en het informeren van consumenten.
Prijs beïnvloedt keuze consument
Ze zien daarbij een beperkte rol voor zichzelf. Ze zien de grootste rol voor de overheid, supermarkten en het onderwijs. Volgens boeren worden consumenten sterk door de prijs gedreven. Daarom zien ze een belangrijke rol voor supermarkten in het stimuleren van het gebruik van duurzame producten; door de consument te sturen met de prijs van producten.
Bron: Groen Kennisnet