Eind december 2020 heeft de EU overeenstemming bereikt over het Meerjaren Financieel Kader 2021-2027. Er is besloten tot de instelling van het COVID19 Herstelfonds. Aan Nederland is 52,2 miljoen euro toegekend voor de jaren 2021 en 2022. Dat bedrag is toegevoegd aan het budget voor het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) in de transitieperiode van het Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland (POP3+).
Binnenkort zijn door betrokken overheden besluiten worden genomen over het POP3+. De besluitvorming raakt boeren en tuinders in hun inkomenspositie en mogelijkheden om te investeren in hun bedrijf. LTO Nederland en NAJK hebben in een brief aan minister Schouten aangedrongen; om POP3+ en het COVID19 Herstelfonds aan te scherpen.
Hoofdprioriteiten
LTO Nederland en NAJK dringen er op aan POP3+ en het COVID19 Herstelfonds aan te scherpen op vier hoofdprioriteiten:
Ondersteuning van inkomens
- Directe ondersteuning van inkomens door beperking overheveling
De Covid19 crisis treft ook in de land- en tuinbouw veel bedrijven hard. De inkomens van veel agrarische ondernemers zijn gedaald en vooruitzichten voor dit jaar zijn in veel sectoren wederom matig. LTO Nederland en NAJK vinden een beperking van overheveling nodig – deze geeft direct enige steun aan de inkomens van agrarische ondernemers. Ook geeft het een belangrijk signaal dat de inkomensproblematiek serieus is genomen. Overheveling betekent dat de basis ha toeslag en extra toeslag jonge landbouwers (pijler 1) is verlaagd en het betreffende budget is besteed in het kader van het POP3 in pijler 2.
Stimuleren kennisoverdracht
- Investeren in maatschappelijke opgaven verbinden met versterken economische vitaliteit
Agrarisch ondernemers staan voor grote maatschappelijke opgaven op gebied van onder andere water, klimaat, stikstof en biodiversiteit. Ondernemers moeten daarom blijven investeren in kennis en bedrijfsmiddelen om zich aan te passen aan veranderende eisen en omstandigheden. LTO Nederland en NAJK dringen er op aan dat in het POP3+ extra prioriteit is gegeven aan maatregelen die gericht zijn op het ondersteunen en stimuleren van kennisoverdracht en investeringen door en op de bedrijven met het oog op de genoemde opgaven.
Positie jonge boeren
- Versterken positie jonge boeren bij bedrijfsovername
LTO Nederland en NAJK noemen de opvolging van agrarische bedrijven als andere belangrijke prioriteit. De recent verschenen cijfers over agrarische bedrijfsopvolging schetsen dan ook een zorgelijke situatie. Een voldoende aantal bedrijven in de toekomst is noodzakelijk voor behoud van de landbouwinfrastructuur, een netwerk van bedrijven in de keten en ook de beschikbaarheid van hoogwaardige en betaalbare kennis.
POP3+
- Co-financiering en stroomlijnen uitvoering POP3+
Voorlopige cijfers laten een daling in de EU bijdrage voor het ELFPO budget voor 2021 en 2022 zien: €89,5 mln voor 2021 en €73,3 mln voor 2022. Aan de ELFPO bijdrage is ook een gelijk bedrag co-financiering gekoppeld dat in hoofdzaak door provincies is toegezegd. Omdat provincies veel belang aan plattelandsontwikkeling hechten en sturen op de programmering en uitvoering zou het logischer zijn dat provincies hun bijdrage aan het POP handhaven en ook voor 2022 €89,5 mln toezeggen voor in het POP3 genoemde maatregelen.
Voor de uitvoering van POP3 regelingen is meer stroomlijning en afstemming tussen Rijk en provincies nodig. Ook de uitvoering van de Subsidie Jonge Landbouwersregeling (JOLA) zou nader moeten zijn bezien. Logischer en doelmatiger is dat de regeling voor jonge boeren centraal – bijvoorbeeld onder regie van provincies – is uitgevoerd met voor het hele land gelijke regelingsvoorwaarden.
Bron: LTO Nederland